Opstarten
De letters tussen haakjes worden in dit hoofdstuk
gebruikt als verwijzing naar bijschriften in hoofdstuk
Identificatie van componenten vanaf pagina 12.
De pomp spoelen
Aard altijd de apparatuur en afvalcontainer om brand
en ontploffingen te voorkomen. Spoel altijd bij een zo
laag mogelijke druk, om statische vonken en letsel
door opspattend materiaal te voorkomen.
OPMERKING: De pomp is getest met lichte olie.
De olie is niet verwijderd, om de pomponderdelen
te beschermen. Als het materiaal dat u gebruikt met
de olie is verontreinigd, spoelt u deze eruit met een
geschikt oplosmiddel voordat u de pomp gebruikt.
Spoel altijd met de laagst mogelijke druk. Controleer
de connectors op lekken en draai ze aan waar nodig.
Spoel met een vloeistof die compatibel is met de
vloeistof die u afgeeft en met de bevochtigde
onderdelen van de apparatuur.
OPMERKING: Volg de aanbevelingen van de
fabrikant of leverancier van de vloeistof op voor het
te gebruiken spoelmiddel en hoe vaak er moet
worden gespoeld.
Om schade aan de pomp door roest te voorkomen,
mag u nooit water of vloeistof op waterbasis in een
koolstofstalen pomp laten liggen. Als u een
vloeistof op waterbasis pompt, spoel dan eerst met
water. Spoel dan met een roestwerend middel,
zoals terpentine. Laat de druk los, maar laat de
roestbeschermer in de pomp zitten om de
onderdelen tegen corrosie te beschermen.
OPMERKING: Raadpleeg de handleiding met
software-instructies voor de E-Flo SP voor
aanvullende informatie over het gebruik van de
softwarefuncties van de ADM. Zie Bijbehorende
handleidingen op pagina 3.
1. Voer de Drukontlastingsprocedure uit op
pagina 24.
3A9389K
LET OP
2. Plaats een emmer met compatibel oplosmiddel in
de ram. Zie instructies voor Aarding voor
oplosmiddelemmers op pagina 17.
3. Zet de ingebouwde scheidingsschakelaar (M)
in de AAN-stand.
4. Gebruik op de ADM (F) de pijltjestoetsen van
de ADM om de pomp te kiezen die u wilt spoelen
in de menubalk.
OPMERKING: Als er meerdere pompen op elkaar zijn
aangesloten, kunnen er maximaal zes pompen
worden weergegeven in de menubalk.
5. Open het bewerkingsscherm voor die pomp door
op de soft key naast het pictogram
te drukken.
6. Druk op de soft key naast het pictogram
voor drukmodus.
7. Voer als druk 100 psi (0,69 MPa, 6,9 bar) in.
8. Druk op de soft key naast het pictogram Pomp
Aan/Uit
om de pomp in te schakelen.
9. Stel zo nodig de druk bij.
10. Houd een metalen gedeelte van het doseerventiel
stevig tegen een geaarde metalen emmer.
11. Open het doseerventiel en spoel het systeem
totdat er helder oplosmiddel uit het pistool/ventiel
stroomt.
12. Sluit het bewerkingsscherm af door op de soft
key naast het pictogram
13. Herhaal stap 3 tot en met 11 voor elke pomp die
u wilt spoelen.
14. Voer de Drukontlastingsprocedure uit op
pagina 24.
15. Verwijder de oplosmiddelemmer van de ram.
Opstarten
te drukken.
21