12.11 ALARM HOGE TEMPERATUUR ROOKGASSEN
Dit alarm treedt op wanneer de rookgassensonde een temperatuur detecteert die hoger is dan een vaste ingestelde waarde en
niet met een parameter gewijzigd kan worden.
Op het display wordt het bericht Al 3 alar op 3 Hot rookgassen "AL 3 ALAr AL3 Hot EXHAuSt " weergegeven (zie Fig. 29) en de
kachel gaat uit.
12.12 ALARM ENCODER ROOKGASSEN DEFECT
Dit alarm treedt op wanneer er een defect is aan de ventilator van de rookgassen.
De kachel gaat in de alarmstatus en op het display wordt de tekst Al 4 alar op 4 Afzuig- defect "AL 4 ALAr AL4 FAn FAiLurE"
scrollend weergegeven (zieFig. 30).
12.13 ALARM GEEN ONTSTEKING
Dit alarm treedt op wanneer de ontstekingsfase mislukt.
Op het display wordt de tekst Al 5 alar op 5 Geen ontsteking "AL 5 ALAr no LiGHtin " scrollend weergegeven en de kachel gaat
in alarmstatus (zie Fig. 31).
12.14 ALARM ONTBREKEN PELLETS
Dit alarm treedt op wanneer in de werkfase, de temperatuur van de rookgassen onder de temperatuurwaarde van een specifieke
vaste parameter daalt.
Op het display wordt de tekst Al 6 alar op 6 ontbreken pellets "AL 6 ALAr no PELLEt " scrollend weergegeven en de kachel gaat
in alarmstatus (zie Fig. 32).
27
VERA7-LORD7-INDIGO EVO-ELANE 9-AMARANTO9
Fig. 28 - Display: AL 2
Fig. 29 - Display: AL 3
Fig. 30 - Display: AL 4
Fig. 31 - Display: AL 5