De batterij vervangen
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen
voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de
parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard
nadat u de computer hebt uitgezet.
Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook
niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt,
gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden)
verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Raadpleeg "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina vii voor meer informatie over
het vervangen en weggooien van de batterij.
U vervangt de batterij als volgt:
1. Kijk in "Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 12 waar de batterij zich
2. Verwijder de PCI-uitbreidingskaart en alle kabels die bij het vervangen van de
3. Verwijder de oude batterij.
4. Installeer de nieuwe batterij.
5. Schuif beide stationsladen weer in de computer en zet ze vast met de schroe-
6. Installeer de PCI-uitbreidingssleuf en de adapters weer, als u die verwijderd
7. Plaats de kap terug en sluit de kabels weer aan. Zie "De kap terugplaatsen en
8. Zet de computer en alle randapparatuur aan.
9. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht-
18
Handboek voor de gebruiker
bevindt.
batterij in de weg zitten.
ven. Sluit alle kabels weer aan die u eerder ontkoppeld hebt.
hebt.
de kabels aansluiten" op pagina 19.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat
de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afgebeeld.
Dit is normaal na het vervangen van de batterij.
woorden in te stellen.