4. Controleer of de tractie- en messenkooihendel in
neutraal staat en start de machine.
5. Stel de snelheidsregelaar in op de nulstand, schakel
de aandrijving in, kantel de voorkant van de machine
omhoog, en voer de snelheid langzaam op om te
beginnen maaien.
6. Stel de snelheidsregelaar zodanig af dat de maaimachine
met de gewenste snelheid kan worden gebruikt, en rij
de machine naar de plaats van bestemming.
Voorbereidingen voor het
maaien
1. Stel de snelheidsregelaar opnieuw in op de nulstand,
schakel de tractiehendel uit, en zet de machine uit.
2. Trap de kickstandaard omlaag met uw voet en trek
de handgreep omhoog om de maaimachine te laten
steunen op de kickstandaard.
3. Verwijder de transportwielen.
4. Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard.
Maaien
Bij het juiste gebruik van de machine wordt het gazon uiterst
gelijkmatig gemaaid.
Belangrijk: Het grasmaaisel functioneert als een
smeermiddel tijdens het maaien. Als u het maaidek te
vaak zonder maaisel gebruikt, kan de machine schade
oplopen.
Vóór het maaien
Zorg ervoor dat de maaimachine nauwkeurig is afgesteld en
gelijkmatig op beide kanten van de messenkooi is geplaatst.
Voor de beste prestaties en levensduur van de accu moet
het ondermes licht contact maken met de messenkooi. Als
de machine verkeerd is afgesteld, komt dit versterkt naar
voren in het uiterlijk van het gazon. Verwijder alle vreemde
voorwerpen van het gazon, voordat u gaat maaien. Houd
iedereen, vooral kinderen, en huisdieren uit het werkgebied.
Wijze van maaien
Maai een gazon in een rechte lijn en ga daarbij heen en
weer over het gazon. Maai niet in een cirkel en draai
de machine nooit op een gazon omdat dit hierdoor kan
worden beschadigd. Als u de machine wilt draaien, moet
u deze van het gazon af rijden, de messenkooi opheffen
(handgreep omlaag duwen) en draaien op de tractietrommel.
Schakel de functie EZ-Turn in om ervoor te zorgen dat de
tractie-eenheid vertraagt als de maai-eenheid wordt opgetild.
Dit maakt het draaien gemakkelijker, in het bijzonder
voor minder ervaren gebruikers. Maai bij een normale
loopsnelheid. Snelheid levert erg weinig tijdwinst op en leidt
tot slechtere maairesultaten.
Om ervoor te zorgen dat het u gazon in een rechte lijn maait
en de machine op een gelijke afstand van de rand van de
vorige maaibaan blijft, moet u de markeringsstrepen op de
mand gebruiken
(Figuur
G017296
1. Markeringsstrepen
De machine gebruiken bij geringe
verlichting
Als u maait bij geringe lichtsterkte kunt u de led-lampenset
gebruiken, model 04265. Deze set is specifiek afgestemd op
het accupack en het elektrische systeem.
Belangrijk: Gebruik geen andere lichtsystemen
met deze maaier: deze kunnen het accupack en het
elektrische systeem beschadigen.
Gebruik van de machine
1. Schakel de machine in, stel de snelheidsregelaar in op
de nulstand, duw de handgreep naar beneden om de
maai-eenheid op te tillen, druk op de dodemanshendel,
beweeg de tractiehendel naar de bedrijfsstand
30), en voer de snelheidsinstelling langzaam op om de
maaier naar de rand van het gazon te brengen.
2. Stel de snelheidsregelaar opnieuw in op de nulstand.
3. Schakel de tractiehendel uit en beweeg hem vervolgens
naar links en naar voren, waarbij de tractie en de
messenkooi ingeschakeld wordt
23
29).
1
Figuur 29
(Figuur
30).
(Figuur