Figuur 21
1. Vergrendeling parkeerrem
Vergrendeling parkeerrem
Gebruik de vergrendeling van de parkeerrem
samen met de bedrijfsrem. Draai de vergrendeling van de
parkeerrem naar de remhandgreep om de bedrijfsrem op
zijn plaats te houden. Trek aan de remhandgreep om vrij te
zetten. De tractiehendel kan niet ingeschakeld worden als de
grendel ingeschakeld is.
Dodemanshendel
U moet de dodemanshendel inschakelen
u de tractiehendel inschakelt. Als u de dodemanshendel
vrijzet tijdens het werk, keert de tractiehendel terug naar
neutraal. De machine slaat echter niet af.
InfoCenter lcd-scherm
Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine
en het accupack, zoals de huidige accuspanning, snelheid,
diagnostische informatie, enz.
Ga voor meer informatie naar
gebruiken (bladz.
26).
Contactschakelaar
De contactschakelaar
(Figuur
en starten. Terwijl de rem en de aandrijving uitgeschakeld
zijn, draait u de contactschakelaar naar starten. Wacht
enkele seconden tot het InfoCenter-scherm oplicht en laat
de contactschakelaar los in de stand draaien. Draai de
contactschakelaar naar de stand uit en neem het sleuteltje
van de machine.
2. Bedrijfsrem
(Figuur
21)
(Figuur
20) voordat
(Figuur
20).
Het InfoCenter lcd-scherm
20) heeft 3 standen: Uit, draaien
Snelheidsregeling
De snelheidsregelaar
(Figuur 20
rechts achter op het instrumentenpaneel. Draai de regelaar
om de maai-/rijsnelheid van de machine in te stellen. U
kunt de huidige snelheidsinstelling zien op het InfoCenter
lcd-scherm.
Opmerking: Om de machine te doen rijden moet de
tractiehendel ingeschakeld zijn en mag de snelheidsregelaar
niet op de nulstand staan.
1
G017386
1. Volle snelheid
2. Traag
Draai de snelheidsregelaar naar de nulstand (zo ver mogelijk
terug) om de machine en het maaien te stoppen. Doe
dit tijdens het maaien (met de tractie-/messenkooihendel
ingeschakeld) om de machine te stoppen als de automatische
motorrem uit staat (raadpleeg
(bladz.
20)). Dan kunt u de machine naar achteren trekken.
Beweeg de snelheidsregelaar uit de nulstand om terug te
beginnen maaien/rijden.
Schakelhendel voor tractie en
messenkooi
De schakelhendel voor de tractie en de messenkooi
23) bevindt zich rechts voor op het instrumentenpaneel.
Wat rijden betreft, heeft de hendel 2 standen: neutraal en
vooruit. Als u de hendel naar voren duwt, schakelt u de
tractie-aandrijving in.
Opmerking: Om de hendel te bewegen moet u eerst de
dodemanshendel inschakelen.
19
en
Figuur
22) bevindt zich
2
Figuur 22
3. Nulstand
Automatische motorrem
3
(Figuur