1
G017425
Figuur 38
1. Zekeringdeksel
C. Controleer de zekering en vervang ze als
ze gesprongen is. Gebruik alleen Toro
zekeringen, nummer 119-1208, om de
zekering te vervangen. Deze zekering
is speciaal ontworpen voor het accupack.
Zekeringen voor algemeen gebruik kunnen
het accupack onherstelbaar beschadigen.
D. Plaats het zekeringdeksel terug en bevestig
het. Draai de schroef van het deksel vast met
een torsie van 0,34 Nm.
E. Laat het accuplatform zakken en bevestig het.
Onderhoud van de
tractie-interlockschakelaar
Ga als volgt te werk als de schakelaar van de
tractievergrendeling moet worden afgesteld of vervangen.
1. Schakel de machine uit en koppel het accupack af.
2. Verwijder het bedieningspaneel.
3. Stel de tractiehendel in werking.
1. Tractiehendel
2. Vlag van maaisensor
4. Maak de bevestigingen van de interlockschakelaar los
(Figuur
39).
5. Plaats een afstandsring met een dikte van 1,6 mm tussen
de tractiehendel en de interlockschakelaar
6. Draai de bevestigingen van de interlockschakelaar vast.
Controleer nogmaals de afstand. De tractiehendel mag
niet in contact komen met de schakelaar.
7. Schakel de tractiehendel in en controleer de
tussenruimte. Het normale bereik tijdens gebruik
is 0,76 tot 3,05 mm. Schakel de tractiehendel in en
controleer of er stroom op de schakelaar staat. Vervang
de schakelaar indien nodig.
Onderhoud van de maaisensor
Ga als volgt te werk als de maaisensor moet worden afgesteld
of vervangen.
1. Schakel de machine uit en koppel het accupack af.
2. Verwijder het bedieningspaneel.
3. Duw de tractiehendel naar links en schakel de maaier in.
4. Maak de bevestigingen van de maaisensor los
39).
5. Plaats een afstandsring met een dikte van 1,6 mm
tussen de vlag van de maaisensor en de maaisensor
(Figuur
39).
6. Draai de bevestigingen van de sensor vast. Controleer
nogmaals de afstand. De vlag mag geen contact maken
met de sensor.
7. Schakel de tractiehendel in maaimodus en controleer
of er stroom op de schakelaar staat. Vervang de sensor
indien nodig.
34
G017298
Figuur 39
3. Maaisensor
4. Interlockschakelaar van
de tractie
(Figuur
39).
(Figuur