4-13. AC golfvorm (alleen Dynasty-modellen)
OM−2250 Pagina 32
3
f
1
AC-golfvormregeling
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste functie-
LED brandt.
2
Instelknop (waarde instellen)
2
3
Ampèremeter (geeft de waarde weer)
Zie sectie 4-16 voor alle bereiken van AC
golfvormen.
Evenwicht: AC Balansregeling is alleen mogelijk in
het AC TIG proces om het tijdpercentage in te
4
stellen in dat de polariteit EN is.
Toepassing:
Voor het lassen van oxidevormende metalen zoals
aluminium en magnesium is overdreven reiniging
overbodig. Voor een goede las is een reinigingszone
van 0,10 inch (2,5 mm) aan beide kanten van de
lasrups voldoende.
Regel de lasrupsbreedte met de AC balansregeling.
De lasvoeg, opstelling en andere lasprocesvariabelen
kunnen de Instelling beïnvloeden.
AC frequentie: Regeling van de AC frequentie is
alleen mogelijk bij AC TIG lassen. Stel de AC
frequentie in met de regelknop (cycli per seconde).
Toepassing:
De AC frequentie regelt de boogbreedte en de
richtbaarheid. Naarmate de frequentie lager wordt,
wordt de boog breder en minder gericht, waardoor
1
hij minder richtbaar wordt. Naarmate de frequentie
hoger wordt, wordt de boog smaller en gerichter,
waardoor hij beter richtbaar wordt. Met hogere
frequentie kan de lassnelheid worden verhoogd.
EN
stroomsterkte:
stroomsterktewaarde van de elektrode in met deze
knop.
EP
stroomsterkte:
stroomsterktewaarde van de elektrode in met deze
knop.
Met EN stroomsterkte en EP stroomsterkte kan de
lasser de stroomsterkte onafhankelijk van elkaar
instellen in de negatieve en de positieve halve cycli.
Een 2 op 1 of 3 op 1 verhouding van EN in
verhouding tot EP is een goed uitgangspunt. Dit
zorgt voor een reinigingsactie maar stuurt meer
energie naar het werkobject en zorgt voor snellere
lassnelheden en diepere penetratie.
4
Stroomsterkteregeling
Gemiddelde stroomsterkteregeling: Door het
instellen van de waarden voor de EN stroomsterkte,
de EP stroomsterkte, het evenwicht en de
frequentie ontstaat een gemiddelde stroomsterkte.
De lasser kan de waarde voor de gemiddelde
stroomsterkte wijzigen met handhaving van
dezelfde verhouding EN stroomsterkte, EP
stroomsterkte, evenwicht en frequentie. Druk op de
drukschakelaar voor de stroomsterkte en verdraai
de instelknop om de gemiddelde stroomsterkte te
wijzigen. De veranderende waarde voor de
gemiddelde stroomsterkte is te zien op de
ampèremeter .
Een
stroomsterkte 300 is, de EP stroomsterkte 150, het
evenwicht 60% en de frequentie 120, dan is de
gemiddelde stroomsterkte 240 A. Als u de
stroomsterkteknop indrukt en de instelknop
verdraait tot er 480 A te zien is, dan is de EN
stroomsterkte nu 600 en de EP stroomsterkte 300.
Het evenwicht blijft 60% en de frequentie is nog
steeds 120. Ook de 2 op 1 verhouding
EN-stroomsterkte
gehandhaafd.
Stel
de
negatieve
Stel
de
positieve
voorbeeld:
als
de
EN
−
EP-stroomsterkte
blijft