6.
Monteer de filterbus met de hand totdat de
pakking contact maakt en draai deze vervolgens
nog een halve slag verder.
7.
Draai de aftapplug onder de filterbus vast.
Brandstoftank reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)—Brandstoftank aftappen en
reinigen
De tank moet worden afgetapt en gereinigd als
het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer u
de machine voor langere tijd gaat stallen. Gebruik
schone dieselbrandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
-verbindingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
De brandstofinjectieleidin-
gen ontluchten
Opmerking:
Voer deze procedure alleen uit als
het brandstofsysteem is ontlucht met behulp van de
normale ontluchtingsprocedures en de motor niet
start; zie
De brandstofinjectiepomp ontluchten (bladz.
36).
1.
Maak de leidingmoer van verstuiver nr. 1 los op
de injectiepomp
1. Verstuiver nr. 1
2.
Zet de gashendel op
(Figuur
53).
Figuur 53
.
SNEL
3.
Draai de contactschakelaar naar S
of de brandstof om de buismoer stroomt.
4.
Als er een ononderbroken stroom brandstof is,
draait u de contactschakelaar op U
5.
Zet de buismoer weer vast.
6.
Verwijder brandstof rond de verstuiver en
injectiepomp.
7.
Herhaal stappen
verstuivers.
g001234
50
TART
.
IT
1
tot en met
6
voor de andere
en kijk