Controlelijst voor dagelijks onderhoud
Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Gecontroleerd item
Werking van interlockscha-
kelaars controleren.
Controleer of de rolbeugel
volledig omhooggeklapt en
geborgd is.
Controleer of de
grasgeleider omlaag staat.
Werking van de remmen
controleren.
Brandstofpeil controleren.
Motoroliepeil controleren.
Peil van de koelvloeistof
controleren.
Brandstoffilter/waterafschei-
der aftappen.
Controleer de indicator van
het luchtfilter.
3
Radiateur en scherm
controleren op vuil.
Controleren of motor
ongewone geluiden maakt.
Controleren op ongewone
geluiden tijdens het gebruik.
Controleer het peil van de
transmissieolie.
Hydraulische slangen
en leidingen op schade
controleren.
Controleren op lekkages.
Controleer de
bandenspanning.
Werking van instrumenten
controleren.
Controleer de conditie van
de maaimessen.
Alle smeernippels smeren.
Beschadigde lak bijwerken.
1
Controleer de gloeibougie en de spuitmonden van de injector als de motor moeilijk start, buitensporig veel rook afgeeft of
ongelijkmatig loopt
2
Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht het voorgeschreven interval
3
Als de indicator rood is
Belangrijk:
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Voor week van:
Ma.
Di.
1
.
2
Wo.
Do.
41
Vr.
Za.
Zo.