6.
Na het voorgloeien: draai de contactschakelaar
naar de S
-stand, laat de startmotor
TART
maximaal 15 seconden draaien en laat het
contact los als de motor start.
Opmerking:
Als de motor nogmaals moet
worden voorgegloeid, draait u het sleuteltje eerst
op U
en vervolgens op A
IT
Herhaal dit indien nodig.
7.
Laat de motor stationair of halfgas lopen tot
deze opgewarmd is.
Belangrijk:
Als de motor voor de eerste
keer wordt gestart, de motorolie is
ververst, de motor, transmissie of as
een revisiebeurt heeft gehad, moet u de
machine 1 tot 2 minuten in de vooruit- en
de achteruit-stand laten werken. Controleer
ook de werking van de hefhendel en de
aftakasschakelaar om er zeker van te zijn dat
alle onderdelen naar behoren functioneren.
Stuurwiel (bekrachtigd) naar links en naar
rechts draaien om de stuurreacties te
controleren. Zet vervolgens de motor af,
controleer het peil van de vloeistoffen en
controleer op olielekken, losse onderdelen
en andere defecten.
De motor afzetten
1.
Zet de gashendel naar achteren op L
2.
Zet de aftakasschakelaar in de stand U
3.
Draai de contactschakelaar naar de stand U
4.
Verwijder het sleuteltje uit het contact om te
voorkomen dat de motor per ongeluk start.
Resetten van de
aftakasaandrijving
Opmerking:
Als u de bestuurderstoel verlaat terwijl
de aftakasschakelaar op A
automatisch worden uitgeschakeld.
Doe het volgende om de aftakasaandrijving te
resetten:
1.
Druk de knop van de aftakasschakelaar naar
beneden; zie
Figuur 20
(bladz.
25).
2.
Start de motor; zie
35).
3.
Trek de knop van de aftakasschakelaar naar
boven; zie
Figuur 20
(bladz.
25).
/
AN
VOORGLOEIEN
ANGZAAM
.
IT
staat, zal de motor
AN
en
Aftakasschakelaar
Starten van de motor (bladz.
en
Aftakasschakelaar
De brandstofinjectiepomp
ontluchten
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
2.
Stel de parkeerrem in werking.
.
3.
Zorg ervoor dat de brandstoftank minstens half
vol is.
4.
Ontgrendel en open de motorkap.
5.
Draai de ontluchtschroef op de brandstofinjec-
tiepomp open
1. Ontluchtschroef
6.
Draai de contactschakelaar naar A
De elektrische brandstofpomp begint bij de
.
ontluchtschroef lucht naar buiten te persen.
7.
Laat de contactschakelaar op A
er een ononderbroken stroom brandstof bij de
.
IT
ontluchtschroef naar buiten stroomt.
8.
Draai de schroef dicht en zet de
contactschakelaar op U
Opmerking:
wanneer u deze procedure uitgevoerd hebt.
Indien de motor echter niet start, kan er lucht
tussen de injectiepomp en de injectors zitten; zie
De brandstofinjectieleidingen ontluchten (bladz.
50).
9.
Verwijder brandstof die zich rond de injectiepomp
heeft opgehoopt.
Tips voor bediening en
gebruik
•
Oefen u in het rijden met de machine voordat
u ermee gaat werken, omdat deze machine
een hydrostatische transmissie heeft en de
eigenschappen ervan anders zijn dan die van
sommige gazonmachines.
•
Om ervoor te zorgen dat er tijdens het gebruik
steeds voldoende vermogen voor de machine
36
(Figuur
31).
Figuur 31
AN
staan totdat
AN
.
IT
De motor zou moeten starten
g012589
.