Figuur 24. Geheugenkaarten installeren
__ 28. Installeer de overgebleven geheugenkaarten.
__ 29. Als u alle kaarten hebt geïnstalleerd, draait u de kaartenbank om en schuift u deze in de systeem-
eenheid ( C ). Druk de beide kaartklemmen tegelijkertijd aan. Sluit de klemmen wanneer de
kaartenbank niet verder de systeemeenheid ingeschoven kan worden.
__ 30. Plaats de klep terug op de systeemeenheid.
__ 31. "Panelen installeren" op pagina 42.
__ 32. Volg de instructies in "De procedure voltooien" op pagina 44.
__ 33. Verwijder de processorkaartenbank A als volgt:
__ a. Maak de twee klemmen los totdat de kaartenbank "los" komt.
__ b. Haal de kaartenbank uit de systeemeenheid door deze aan beide klemmen naar voren te
trekken.
__ c. Draai de kaartenbank om en leg deze op de antistatische beschermhoes.
__ 34. Verwijder de lege kaartenbank B als volgt:
__ a. Maak de twee klemmen op de 2884 los totdat de kaartenbank "los" komt. Raadpleeg
Figuur 25 op pagina 29 B .
__ b. Haal de kaartenbank uit de systeemeenheid door deze aan beide klemmen naar voren te
trekken.
28
30xx Geheugenkaart V5R3