Figuur 20. Geheugen verwijderen uit de processorkaartenbank
__ 11. Verwijder de processorkaartenbank A als volgt:
__ a. Maak de twee klemmen los totdat de kaartenbank "los" komt.
__ b. Haal de kaartenbank uit de systeemeenheid door deze aan beide klemmen naar voren te
trekken.
__ c. Draai de kaartenbank om en leg deze op de antistatische beschermhoes.
__ 12. Verwijder de geheugenkaart als volgt uit de processorkaartenbank (Figuur 20 A ) en installeer de
geheugenkaart als volgt in de 2884-kaartenbank:
__ a. Let goed op de uitsparingen aan de onderkant van de geheugenkaart. De afstand tussen de
uitsparingen en de onderkant van de geheugenkaart verschilt iets.
__ b. Breng de kaart op gelijke hoogte (zie Figuur 21 op pagina 25).
__ c. Pas de aangegeven uitsparingen op elkaar en druk de kaart naar beneden totdat de klem-
metjes sluiten.
24
30xx Geheugenkaart V5R3