Pagina 1
ERserver iSeries 43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek Versie 5...
Pagina 3
ERserver iSeries 43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek Versie 5...
Pagina 4
Lees eerst “Kennisgevingen”, op pagina 73. Vierde uitgave (augustus 2005) Deze uitgave is van toepassing op versie 5, release 3, modificatie 0 van IBM Operating System/400 (product- nummer 5722–SS1) en op alle volgende releases en modificaties totdat in nieuwe uitgaven anders wordt aangege- ven.
U kunt deze taken zelf uitvoeren of u kunt contact opnemen met IBM(R) of met een geautoriseerde serviceprovider om deze taken tegen een vergoeding te laten uitvoeren.
Pagina 8
Uw geautoriseerde serviceprovider. v In de Verenigde Staten: IBM Rochester Manufacturing Automated Infor- mation Line (R–MAIL) at 1–800–300–8751 v In landen buiten de Verenigde Staten: Zoek de nummers voor service en ondersteuning op op de volgende website: http://www.ibm.com/planetwide...
Pagina 10
__ d. Heeft het schijfstation dat gespiegeld is met het schijfstation dat u vervangt (zelfde stationnummer) de status Active? Nee: STOP! Vervang het schijfstation NIET. Neem contact op met IBM of uw serviceprovider. Ja: Heeft het schijfstation dat u vervangt de status Suspended? Ja: Ga verder met de volgende stap.
Pagina 11
Opmerking: De fysieke locatie van het schijfstation dat u gaat vervangen moet zijn verstrekt door Customer Support. In dit voorbeeld Fysieke locatie: Frame-ID 1____ Positie D06____ , installeert u een schijfstation in behuizing 1 (basissysteem), op positie 6. __ 12. Selecteer optie 1 (Remove device) voor de actie die u wilt uitvoeren. __ 13.
Pagina 12
uitgetrokken, kan het schijfstation niet in het systeem of de uitbreidings- eenheid worden geschoven. Video bekijken. __ 21. Ondersteun het schijfstation aan de onderkant terwijl u het tot de helft in de systeemeenheid of uitbreidingseenheid schuift. Duw het station niet ver- der.
Pagina 13
Druk op Enter. __ 29. Als het scherm Hardware Service Manager wordt afgebeeld, drukt u op F3. __ 30. Selecteer Work with Disk Units in het scherm System Service Tools. Druk op Enter. __ 31. Selecteer Work with disk unit recovery in het scherm Work with Disk Units. Druk op Enter.
Opmerking: Soms kan het een paar minuten duren voordat een nieuw schijfstation wordt afgebeeld. Herhaal deze stap- pen tot het nieuwe station verschijnt. Druk op Enter. __ d. Druk op Enter in het scherm Confirm Replace of Configured Unit om uw keuze voor vervanging te bevestigen.
Pagina 15
Nee: Vervang het station NIET. Neem contact op met IBM of uw serviceprovider. Ja: Heeft het schijfstation dat u vervangt de status Suspended? Ja: Ga verder met de volgende stap. Nee: Volg deze stappen om de schijfbescherming door spiegeling op het schijfstation dat u vervangt te onder-...
Pagina 16
__ 7. Zoek de schijfstation dat u wilt vervangen. __ 8. Ontgrendel de hendel door deze in te drukken en naar u toe te trekken, voordat u het schijfstation verwijdert. Als de hendel niet in zijn geheel is uitgetrokken, kan het schijfstation niet uit het systeem worden geschoven. __ 9.
Pagina 17
schijfstation niet bij de hendel vast. Video bekijken. __ 12. Zorg ervoor dat de hendel helemaal is uitgetrokken wanneer u een appa- raat in de systeemeenheid of uitbreidingseenheid schuift. Ondersteun het schijfstation aan de onderkant terwijl u het in de systeemeenheid of de uitbreidingseenheid schuift tot het niet meer verder kan.
Pagina 18
__ 20. Bekijk het scherm Function/Data op het bedieningspaneel. Raadpleeg “Bedieningspaneel van de systeemeenheid” op pagina 45. __ 21. Verschijnt 01 B N V=S in het scherm Function/Data? Ja: Ga naar stap 24. Nee: Voer de volgende stappen uit: __ a. Druk op de keuzeknoppen voor omhoog en omlaag totdat 02 verschijnt in het scherm Function/Data.
Pagina 19
Opmerking: Het aanzetten van het systeem en het uitvoeren van de opstartprocedure (IPL) een paar minuten. Nadat de IPL vol- tooid is, verschijnt het OS/400-aanmeldingsscherm op de con- sole van de systeemeenheid. __ 25. Voer de volgende stappen uit om de configuratie van uw schijfstation te controleren: __ a.
Pagina 20
__ b. Selecteer het geconfigureerd schijfstation dat u gaat vervangen (onderbrokenstation) in het scherm Select Configured Unit to Replace. In dit scherm moet slechts één station beschikbaar zijn. Druk op Enter. __ c. Selecteer het schijfstation dat u zojuist installeerde in het scherm Select Replacement Unit.
__ 4. Bekijk de voorzijde van de systeemeenheid of de uitbreidingseenheid en bepaal de nieuwe positie van het station. Als u een systeem hebt met een uitbreidingseenheid vult u eerst de sleuven in de systeemeenheid. Wanneer u met logische partities werkt, gaat u naar Plan for logical partitions in het Informatiecentrum voor specifieke locaties van de schijfstations.
Pagina 23
__ 13. Ontgrendel de hendel door deze in te drukken en naar u toe en naar bene- den te trekken, voordat u het schijfstation installeert. Als de hendel niet helemaal naar beneden is, kunt u het schijfstation niet in de systeem- eenheid of uitbreidingseenheid schuiven.
Pagina 24
__ 16. Druk op Enter op de console. __ 17. Wanneer het lampje gaat knipperen, schuift u het schijfstation helemaal naar binnen en sluit u de vergrendeling. __ 18. Als het schijfstation op correcte wijze is geïnstalleerd, blijft het lampje aan zonder te knipperen.
Pagina 25
__ 31. Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan voordat bescherming met apparaatpariteit wordt gestart. Het opnemen van het schijfstation in bescherming met apparaatpariteit kan mislukken door een of meer oorza- ken: v Als er genoeg schijfstations beschikbaar zijn voor het maken van een nieuwe pariteitsset, dan komen de schijfstations in aanmerking voor de bewerking Start Device Parity Protection en niet voor de bewerking Include Device Parity Protection.
Pagina 26
Opmerking: Als u de verkeerde ASP hebt geselecteerd, drukt u dan op F12 om uw opties te wijzigen. Druk op Enter om door te gaan. Het toevoegen duurt een paar minuten. __ 44. Wanneer het bericht Selected units have been added successfully wordt afgebeeld, keert u terug naar het Hoofdmenu.
__ d. Selecteer Start a service tool in het scherm System Service Tools (SST) en druk op Enter. __ e. Selecteer Hardware service manager in het scherm Start a Service Tool en druk op Enter. __ f. Druk op F6 (Configuratie afdrukken) in het scherm Hardware Service Manager.
Details: 43xx-schijfstations installeren terwijl het systeem is uitgeschakeld Waarschuwing: Schijfstations zijn kwetsbaar. Ga er voorzichtig mee om. __ 1. Neem de doos met het nieuwe schijfstation en verwijder het station uit de antistatische verpakking. Noteer, voordat u gaat installeren, hier eerst het serienummer (de laatste 4 cijfers) ______________.
Pagina 29
__ 3. Ondersteun de onderkant van het schijfstation wanneer u het helemaal naar voren schuift en in de systeemeenheid of uitbreidingseenheid instal- leert. Pak het schijfstation niet bij de hendel vast. __ 4. Houd het schijfstation recht voor de beschikbare sleuf en schuif het zover mogelijk in de systeemeenheid of uitbreidingseenheid totdat het stopt.
Pagina 30
__ e. Druk op de keuzeknoppen voor omhoog en omlaag totdat M verschijnt in het scherm Function/Data. __ f. Druk op Enter op het bedieningspaneel. __ g. Druk op de keuzeknoppen voor omhoog en omlaag totdat S verschijnt in het scherm Function/Data. __ h.
Pagina 31
__ 19. Verschijnt 01 B V=S in het scherm Function/Data en brandt het lampje Handmatig (een klein handje)? Ja: Ga verder met de volgende stap. Nee: Doe het volgende: __ a. Druk op de knop Werkstand kiezen totdat het lampje Hand- matig (een klein handje) gaat branden.
Pagina 32
__ g. De schijfstations die u hebt geïnstalleerd moeten nu in de lijst wor- den weergegeven. Het serienummer moet overeenkomen met het serienummer dat u hebt genoteerd bij stap 1 op pagina 22. Opmerking: Wanneer de schijf niet in de lijst staat, moet u controle- ren of de schijf correct is geïnstalleerd.
Pagina 33
__ 29. Druk op Enter om uw keuze te bevestigen. De configuratie wordt gestart en het kan een half tot een heel uur duren voordat deze bewerking is vol- tooid. __ 30. Zodra de pariteitsbeveiliging is ingesteld, verschijnt het bericht “Selected units(s) have been included successfully”...
Pagina 34
Druk op Enter. __ 47. Wanneer u over een printer beschikt, drukt u de configuratielijst af. Het is mogelijk dat een medewerker van de Technische Dienst deze lijst later nog eens wil raadplegen. __ a. Meld u aan het het machtigingsniveau *SERVICE (Servicefuncties wijzigen).
Voorpaneel systeemeenheid 825 Verwijder het voorpaneel door de zijkanten vast te pakken en naar u toe te trekken. Video bekijken. 43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3...
270, 800 of 810 in een rek Open of verwijder het voorpaneel...
Pagina 38
830, 840, 870, 890, 5074, 5079, 5094 of 5095 Gebruik A om het voorpaneel te openen. Indien nodig kunt u het voorpaneel verwijderen met schuifje B . 43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3...
Systeemeenheden 870 en 890 Opmerking: De aansluitingsvolgorde van schijfstations voor optimale prestaties: D31, D36, D46, D32, D37, D47, ... D50, (voeg een tweede adapter toe), D01, D11, D21, D02, ... D25, (voeg derde adapter toe), D06, D16, D26, D07, ... D30. Locatie van de schijfstations...
Uitbreidingseenheden 5065, 5074 en 5094 De optimale positie bepalen voor het schijfstation Als u een schijfstation installeert, moet u de schijfstations evenredig verdelen over de schijfcontrollers. Dit optimaliseert de prestaties van de schijfstations. Opmerking voor 5079-gebruikers: De 5079 bestaat uit twee onafhankelijke uitbreidingseenheden: 5079–001 en 5079–002.
__ 2. De uitbreidingseenheid vereist een tweede snelle schijfstationcontroller voor- dat u schijfstations kunt installeren op de volgende posities. Neem contact op met IBM of een geautoriseerde dealer als uw uitbreidingseenheid geen derde snelle schijfstationcontroller heeft (IOA-kaart 2). Vul de posities in deze volgorde (IOA-kaart 2): __ a.
Uitbreidingseenheid 5079 en 5294 De optimale positie bepalen voor het schijfstation Als u een schijfstation installeert, moet u de schijfstations evenredig verdelen over de schijfcontrollers. Dit optimaliseert de prestaties van de schijfstations. Opmerking voor 5079-gebruikers: De 5079 bestaat uit twee onafhankelijke uitbreidingseenheden: 5079–001 en 5079–002.
Pagina 49
__ 2. De uitbreidingseenheid vereist een tweede snelle schijfstationcontroller voor- dat u schijfstations kunt installeren op de volgende posities. Neem contact op met IBM of een geautoriseerde dealer als uw uitbreidingseenheid geen derde snelle schijfstationcontroller heeft (IOA-kaart 2). Vul de sleuven in deze volgorde (IOA-kaart 2): __ a.
Pagina 50
43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3...
Pagina 52
Figuur 2. Bedieningspaneel met elektronische sleutel Aan/Uit-lampje v Een knipperend lampje geeft aan dat de eenheid van stroom wordt voor- zien. v Een constant verlicht lampje geeft aan dat het apparaat in bedrijf is. Aan/Uit-knop Activiteit van de processor Attentielampje Scherm Functie/Data Keuzeknoppen voor omhoog en omlaag Opdrachtknop Enter...
Pagina 54
__ 10. Verwijder het rechterpaneel (twee schroeven). __ 11. Verwijder het linkerpaneel (twee schroeven). __ 12. Verwijder de bovenkap (twee schroeven). Schuif de bovenkap naar achte- ren en til deze op. __ 13. Gebruik de polsband indien mogelijk om elektrostatische ontladingen te voorkomen die de apparatuur kunnen beschadigen.
Pagina 55
Nee: Ga verder met de volgende stap. Ja: Doe het volgende: __ a. Verwijder de schroef op de plaats waar u de kaart wilt verwij- deren of installeren. __ b. Ga naar stap 18 op pagina 50. __ 17. Open de blauwe grendel op de plaats waar u de kaart wilt verwijderen of installeren.
Pagina 56
Figuur 3. Voorbeeld van een kaartgrendel __ 18. Als u een kaart hebt verwijderd, plaatst u deze in de verpakking. __ 19. Waarschuwing: Adapterkaarten zijn kwetsbaar. v Pak een kaart alleen bij de randen. v Raak de elektrische circuits niet aan. v Draag tijdens het installeren een antistatische polsband.
Pagina 57
__ 24. Gevaar! Ter voorkoming van een elektrische schok als gevolg van het aanra- ken van voorwerpen met verschillende aarding, dient u de signaal- kabels zo mogelijk met één hand aan te sluiten en te ontkoppelen. (RSFTD004) Sluit alle kabels opnieuw aan en voorzie de kabels van labels met met de kaartpositie.
Pagina 58
__ 30. Neem de gegevenskabel met onderdeelnummer 04N2273. Steek het uit- einde van de kabel (tegenover de witte kabelsteunen) in de onderste sleuf van de schijfstation. __ 31. Leid de kabels vanaf de uitbreidingseenheid door de openingen. Gegevenskabel(s) van het schijfstation (onderdeelnummer 04N2273) Kabel van de ventilator (onderdeelnummer 04N5720) Voedingskabel (onderdeelnummer 04N5735) __ 32.
Pagina 59
__ 33. Verwijder de G DEBUG-kabel (onderdeelnummer P24L1883) van de achterplaat van de systeemeenheid. __ 34. Sluit de kabel H1 (onderdeelnummer P04N5595) aan die u hebt ontvan- gen bij de uitbreidingseenheid op de plaats waar u de DEBUG-kabel op de achterplaat hebt verwijderd.
Pagina 60
__ c. Sluit de gegevenskabels van het schijfstation aan op de eerst- volgende beschikbare poort op de 2757-, 2763-, 2782-, 4748-, 4778-, 5703-, 5705- of 9767-kaarten op de positie C01 of C02 in de systeemeenheid. 43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3...
Pagina 61
__ 40. Installeer de nieuwe bovenkap. Schuif de kap van achter naar voren (er zit- ten drie schroeven aan de achterzijde). __ 41. Plaats het rechterpaneel (twee schroeven). __ 42. Plaats het linkerpaneel van de systeemeenheid op de linkerzijde van de uitbreidingseenheid (twee schroeven).
Pagina 62
43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3...
Pagina 64
__ 16. Breng de geleidepen A op het rek voor het schijfstation op gelijke hoogte met B in de uitbreidingseenheid. __ 17. Breng de vier schroeven aan D waarmee de behuizing in de uitbreidings- eenheid wordt bevestigd, maar draai ze nog niet vast. __ 18.
Pagina 65
__ 21. Leid de gegevenskabel van de schijfstationbehuizing door de opening A overeenkomstig de route van de bestaande gegevenskabel. Het 7123- of 7136-rek voor schijfstations installeren...
Pagina 66
__ 22. Sluit de gegevenskabel van het schijfstation aan op de eerstvolgende beschikbare poort op de 2757-, 2763-, 2782-, 4748-, 4778- of 9767-kaarten. 43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3...
Pagina 67
__ 23. Plaats het rechterpaneel (twee schroeven). __ 24. Plaats het linkerpaneel (twee schroeven). __ 25. Plaats het voorpaneel terug. __ 26. Plaats het achterpaneel. __ 27. Ga naar “43xx-schijfstations installeren met uitgeschakeld systeem” op pagina 21 om schijfstations te installeren. Het 7123- of 7136-rek voor schijfstations installeren...
Pagina 68
43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3...
Pagina 70
Sluit de besturingskabel (onderdeelnummer 24L1761) aan op locatie A , __ 14. sluit de voedingskabels (onderdeelnummer 04N2920) aan op de locaties B en C en de gegevenskabel (onderdeelnummer 04N2273) op aansluiting D op de achterkant van de schijfstationbehuizing. __ 15. Schuif de behuizing van het schijfstation in de opening die de kabels door de frame-openingen leidt.
Pagina 71
__ 16. Sluit de kabels aan op de systeemeenheid (zie Figuur 4 op pagina 66). A op A , B op B , en C op C . __ 17. Breng de geleidepen E op het rek voor het schijfstation op gelijke hoogte met F in de systeemeenheid.
Pagina 72
Figuur 4. De aansluiting van de kabels op de systeemeenheid __ 21. Leid de gegevenskabels van het schijfstation door de opening J langs de route van de reeds aanwezige gegevenskabel. __ 22. Sluit de besturingskabel van het schijfstation aan op de volgende beschik- bare poort op de 4748-, 2757-, 2763-, 2782-, 4778-, 5703- of 5705-kaart.
__ 23. Ga verder met “Netvoeding installeren”. Netvoeding installeren __ 1. Installeer de voedingseenheid in de eerst beschikbare aansluiting. Raadpleeg Figuur 5 op pagina 68. __ 2. Trek aan de knop om het opvulplaatje voor de voedingseenheid te verwijde- ren. __ 3.
Pagina 74
Figuur 5. Netvoeding installeren __ 4. Schuif de voedingseenheid in de systeemeenheid. __ 5. Duw de hendel omhoog om de voedingseenheid te bevestigen. __ 6. Plaats de zijpanelen. __ 7. Plaats het achterpaneel. __ 8. Raadpleeg voor de installatie van schijfstations in de uitbreidingseenheid “43xx-schijfstations installeren met uitgeschakeld systeem”...
IBM worden aanbevolen. Het materiaal op die webpagina’s maakt geen deel uit van dit IBM-product en het gebruik ervan is volledig voor eigen risico. IBM kan de informatie die u levert op elke manier gebruiken of distribueren die zij toepasselijk acht, zonder enige verplichting jegens u te scheppen.
IBM geleverde producten dienen te worden gesteld aan de leveranciers van deze producten. Alle uitingen over de toekomstige richting of over de intentie van IBM kunnen te allen tijde zonder enige kennisgeving worden teruggetrokken en vertegenwoordi- gen uitsluitend doelen en doelstellingen.
IBM behoudt zich het recht voor de in dit document verleende toestemmingen in te trekken indien, naar het oordeel van IBM, het gebruik van de publicaties nadelig is voor IBM of indien IBM van mening is dat de instructies niet naar behoren wor- den opgevolgd.
Het is alleen toegestaan deze informatie te downloaden, te exporteren of opnieuw te exporteren indien alle van toepassing zijnde wetten en regels, inclusief alle exportwetten en -regels van de Verenigde Staten, volledig worden nageleefd. IBM GEEFT GEEN ENKELE GARANTIE MET BETREKKING TOT DE INHOUD VAN DEZE PUBLICATIES.
Pagina 83
Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit. IBM aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid indien, ten gevolge van een niet aanbevolen wijziging van het product, met inbegrip van de installatie van niet-IBM optiekaarten, niet wordt voldaan aan de beschermingsvereisten. Klasse A-kennisgeving voor Australië en Nieuw-Zeeland Let op: Dit is een product van Klasse A.
Pagina 84
Dieses Gerät ist berechtigt in Übereinstimmung mit Dem deutschen EMVG vom 9.Nov.92 das EG–Konformitätszeichen zu führen. Der Aussteller der Konformitätserklärung ist die IBM Germany. Dieses Gerät erfüllt die Bedingungen der EN 55022 Klasse A. Für diese von Geräten gilt folgende Bestimmung nach dem EMVG: Geräte dürfen an Orten, für die sie nicht ausreichend entstört sind, nur mit...
Elektronische emissie De volgende kennisgeving is van toepassing op dit IBM-product. De kennisgeving voor andere IBM-producten die bedoeld zijn voor gebruik met dit product staan in de bijbehorende handleidingen. Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC) Opmerking: Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor digitale apparatuur van klasse B.
Pagina 86
EU-richtlijn 89/336/EEC van de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit. IBM aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid indien, ten gevolge van een niet aanbevolen wijziging van het product, met inbegrip van de installatie van niet- IBM-optiekaarten, niet wordt voldaan aan de beschermingsvereisten.