Chevrolet Camaro Owner Manual (GMNA-Localizing-Europe-6336451) -
2014 - CRC - 7/23/13
Voertuigkenmerken
Stuurbedieningsknoppen
Het infotainmentsysteem kan met
de stuurbedieningsknoppen worden
bediend. Zie "Stuurbedienings-
knoppen" in de Infotainmenthand-
leiding.
Cruisecontrol
1
: Zet de cruisecontrol aan en uit.
Er gaat een wit controlelampje
branden op de instrumentengroep
wanneer de cruisecontrol aan is.
: Indrukken om cruisecontrol uit
te zetten zonder de ingestelde
snelheid uit het geheugen te
wissen.
RES/+: Beweeg het duimwieltje
kort omhoog om de auto weer op
een eerder ingestelde snelheid te
laten rijden of houd deze omhoog
om te versnellen. Als cruise control
al actief is, gebruik deze dan om de
rijsnelheid te verhogen.
SET/ : Beweeg het duimwieltje kort
omlaag om de snelheid in te stellen
en cruisecontrol in te schakelen. Als
cruisecontrol al actief is, gebruik
deze dan om de snelheid te
verlagen.
Zie Cruisecontrol op pagina 9-36.
Black plate (13,1)
Kort en bondig
Infotainmentsysteem
Zie de infotainmenthandleiding voor
informatie over de radio en beschik-
bare functionaliteiten.
Driver Information
Center (DIC)
Het DIC-display bevindt zich in het
midden van de instrumentengroep.
Het geeft de status van verschil-
lende voertuigsystemen weer. De
bedieningsorganen van het DIC
bevinden zich op de richtingaanwij-
zerhendel.
1. SET/CLR: Indrukken om in te
stellen of ingedrukt houden om
het getoonde menupunt te
wissen.
1-13