Chevrolet Camaro Owner Manual (GMNA-Localizing-Europe-6336451) -
2014 - CRC - 7/23/13
6-2
Verlichting
Grootlicht
Schakel het groot licht in door de
richtingaanwijzerhendel van u af te
drukken en los te laten. Druk
nogmaals op de hendel, of trek deze
naar u toe en laat deze los, om
terug te keren naar dimlicht.
Bij ingeschakeld groot licht brandt
dit controlelampje op de instrumen-
tengroep.
Lichtsignaal
Het lichtsignaal werkt met het
dimlicht of het dagrijlicht (DRL) in- of
uitgeschakeld.
Om met grootlicht te knipperen,
moet u de richtingaanwijzerhendel
helemaal naar u toe halen en dan
loslaten.
Dagrijlicht (DRL)
Met het dagrijlicht (DRL) wordt de
voorkant van uw auto overdag beter
door anderen waargenomen.
Het dagrijlicht wordt ingeschakeld
door een lichtsensor bovenop het
instrumentenpaneel. Zorg er daarom
voor dat deze niet wordt afgedekt.
De DRL-lampen gaan branden als
er aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
Het contact staat in de stand
ON/RUN.
De lichtschakelaar staat op
AUTO of is kort naar OFF (uit)
gedraaid om de automatische
verlichting weer in te schakelen.
De motor loopt.
Als de DRL is ingeschakeld, zijn de
koplampen, achterlichten, contour-
verlichting, instrumentenpaneel en
andere lampen niet ingeschakeld.
Afhankelijk van de helderheid van
het omgevingslicht schakelen de
koplampen automatisch om tussen
Black plate (2,1)
het dagrijlicht en het licht van de
gewone koplampen. De andere
lampen die met de koplampen
worden ingeschakeld, gaan dan ook
branden.
Wanneer het buiten helder genoeg
is, worden de koplampen uitgescha-
keld en het dagrijlicht ingeschakeld.
Om de DRL uit te schakelen zet u
de lichtschakelaar in de stand
of
.
Zo nodig moeten de reguliere
koplampen worden ingeschakeld.
Automatische koplampen
Als het buiten donker genoeg is en
de lichtschakelaar op AUTO staat,
schakelt het systeem voor de
automatische koplampen de
koplampen in met de normale
helderheid, samen met andere
verlichting, zoals de achterlichten,
contourverlichting, parkeerlichten,
kentekenplaatverlichting en de