4.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de
invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt.
OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
5.
Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel papier raken en sluit vervolgens
de lade.
6.
Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
24
Hoofdstuk 2 Aan de slag
NLWW