Olie eindaandrijving
Olie van de eindaandrijving
controleren
1. Zet het voertuig recht overeind op een
stevige, horizontale ondergrond.
2. Verwijder de dop van de olievulopening
en de O-ring.
3. Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet
gelijk zijn met de onderrand van de
olievulopening.
Onderrand
178
Olie eindaandrijving
toevoegen
Als het oliepeil van de eindaandrijving
laag is, controleer dan op lekken. Vul de
aanbevolen olie voor de eindaandrijving bij
(
P. 168) tot aan de onderrand van de
2
opening.
1. Giet de olie voor de eindaandrijving in
de olievulopening tot aan de onderrand
Dop olievulopening
van de opening.
Vul niet tot boven de onderrand van
u
de olievulopening.
Zorg ervoor dat er geen vreemde
u
voorwerpen in de olievulopening
kunnen terechtkomen.
Verwijder gemorste olie onmiddellijk.
O-ring
u
2. Monteer een nieuwe O-ring op de
olievuldop. Draai de olievuldop vast.
Aanhaalmoment: 8 Nm (0,8 kgf·m, 5,9 lbf·ft)