15. REGELING - OPTIONELE ELEMENTEN
TS
Driestaps-regelaar met ingebouwde
thermostaat
Instelbereik temperatuur: +10 ... +30
Gebruikstemperatuurbereik: 0 ... +40
Isolatieklasse: IP30
Belasting van de contacten: inductief: 5 A
Voedingsspanning: 230 V/50 Hz
FAN AUTO - ventilatorwerking afhankelijk van de
temperatuur.
FAN CONT - ventilator continu in werking
HEAT - verwarmingsfunctie
FAN - deactiveren van de thermostaat voor FAN CONT
COOL - omkering van de werkingslogica van de
thermostaat = NVT voor dit luchtgordijn.
T-box + DRV Slim (BMS-
mogelijkheid)
T-box + DRV Slim - regelaar met aanraakscherm
+ regelsysteem
T-box:
Instelbereik temperatuur: +5 ... + 35
Gebruikstemperatuurbereik: -10 ... + 60
Isolatieklasse: IP30
Voedingsspanning: 24 VDC
DRV Slim:
Gebruikstemperatuurbereik: -10 ... + 60
Isolatieklasse: IP54
Voedingsspanning: 230 V / 50 Hz
ZIE DOCUMENTATIE DRV SLIM VOOR
AANSLUITSCHEMA
16. AFSTELLING VAN DE UITLAATGRILLE
AFB. 16.1 HANDMATIG AFSTELLEN VAN DE UITLAATGRILLE.
62
o
C
o
C
15.1. SLIM E + TS.
❶❷❸ Het aansluitschema voor de overige elementen en een beschrijving van de
kabels en beveiligingselementen vindt u in hoofdstuk 12 en 13.
❹
TS ventilatorregeling met 3 standen met thermostaat TS (bekabeling min. 5x1,0 mm
TIP
WAARSCHUWING
TIP
o
C
o
C
WAARSCHUWING
o
C
15.2. SLIM W/N + TS.
Het luchtgordijn wordt automatisch geactiveerd zodra er beweging wordt
waargenomen in het sensorgebied en werkt met de instellingen zoals
geselecteerd op de TS-regelaar. Om uitsluitend met de TS-regelaar te werken,
connectoren: D D; - zie ❸ hoofdstuk 13 en 14
dient een kabeljumper (min 1,0mm
Bij aansluiting van de TS-regelaar op het luchtgordijn dient u de draden van
connectoren 1, 3, 6 en 8 los te koppelen en te isoleren. In dit geval zijn de
ingebouwde schakelaars losgekoppeld en inactief.
Bij samenwerking met DRV Slim met een ingebouwde bewegingssensor
dient het AS-gordijn te worden gebruikt: SLIM N/W/E-100/150/200 /AS
Dit betreft een apart art nummer. Raadpleeg uw verkooppunt
Zie documentatie DRV Slim voor aansluitschema.
Bij aansluiting van de DRV Slim regelaar op het luchtgordijn dient u de
draden van connectoren 1, 3, 6 en 8 los te koppelen en te isoleren. In dit
geval zijn de ingebouwde schakelaars losgekoppeld en inactief.
Draden van connectoren: D; D; hoeven alleen te worden losgekoppeld en
geïsoleerd indien het gordijn samenwerkt met DRV Slim met ingebouwde
bewegingssensor. In dit geval werkt het gordijn volgens de software in de
DRV Slim.
Het apparaat is uitgerust met twee onafhankelijk van elkaar
verstelbare uitlaatgrilles. De hoek dient handmatig te worden
ingesteld binnen +/- 5 graden. De luchtstroom uit de uitlaatgrille
dient zo dicht mogelijk bij het vlak van de deuropening te worden
gericht (rekening houdend met de aanwezige situatie bij de
deuropening).
TIP
Om de effectiviteit van de luchtbarrière bij omstandigheden met
veel wind te verhogen, dient de luchtstroom van het luchtgordijn
buiten de deur te worden gericht voor een efficiëntere
luchtbarrière tegen externe factoren.
) te worden geplaatst tussen de
2
).
2