Achteruitrijden
1.
Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
2.
Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels
langzaam naar achteren
Figuur 26
Het Smart Speed
teem gebruiken
De hendel van het Smart Speed
bevindt zich onder de bestuurdersstoel
27) en geeft de bestuurder de keuze uit drie
snelheidsbereiken: trimmen, slepen en maaien.
Figuur 27
1. Smart Speed hendel
Om van snelheid te veranderen, gaat u als volgt te
werk:
1.
Zet de rijhendels in neutraal en dan naar buiten
in de P
ARKEERSTAND
(Figuur
26).
TM
besturingssys-
TM
besturingssyteem
(Figuur
.
2.
Schakel de aftakas uit.
3.
Zet de hendel in de gewenste stand.
Wat volgt, is uitsluitend bedoeld als
gebruiksaanbeveling. De instelling is afhankelijk van
de grassoort, het vochtgehalte en de hoogte van het
gras.
Aanbevolen
Trimmen
gebruik:
Parkeren
X
Zwaar, nat
X
gras
Instructie
X
Maaisel
opvangen
Mulchen
Normaal
maaien
Transport
Trimmen
Dit is de laagste snelheid. Deze snelheid wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen:
g008953
•
Parkeren
•
Zwaar, nat gras maaien
•
Instructie
Slepen
Dit is de middelste snelheid. Deze snelheid wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen:
•
Maaisel opvangen
•
Mulchen
Maaien
Dit is de hoogste snelheid. Deze snelheid wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen:
•
Normaal maaien
•
De machine transporteren
Zijafvoer gebruiken
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende
g027625
grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag
naar het gazon afvoert.
24
Slepen
Maaien
X
X
X
X