Tips voor het gebruik
van de maaier:
4. ONDERHOUD
Vóór onderhoud:
Het apparaat reinigen:
De onderkant van het
apparaat reinigen:
d
De bovenkant van het apparaat
en de grasopvangbak reinigen:
38
Trek de maaier ongeveer 1 m naar achteren als er grasresten achter-
blijven in de afvoeropening, zodat deze resten uit de maaier kunnen
neervallen.
Voor een goed onderhouden gazon bevelen wij aan het gras regel-
matig te maaien, indien mogelijk eenmaal per week. Het gazon wordt
dikker als u het gras regelmatig maait.
Na relatief lange maai-intervallen (vakantiegazon), maait u eerst in
één richting op de grootste maaihoogte, en vervolgens in de dwars-
richting op de gewenste maaihoogte.
Maai het gras indien mogelijk alleen wanneer het droog is. Als het
gras vochtig is, zal het maaipatroon ongelijk zijn.
WAARSCHUWING! Risico van fysiek letsel!
Snijwonden wanneer het blad onverwacht draait of
het apparaat onverwacht start.
v Wacht tot het blad tot stilstand komt, koppel het apparaat
los van het stroomnet en doe handschoenen aan voordat
u het onderhoud uitvoert.
WAARSCHUWING! Elektrische schok!
Risico van letsel en risico van beschadiging van het
product.
v Reinig het product niet met water of met een waterstraal
(vooral niet met een hogedrukwaterstraal).
De onderkant is het gemakkelijkst te reinigen na het maaien.
Gebruik handschoenen.
1. Leg het apparaat voorzichtig op zijn kant.
2. Reinig de onderkant, het blad en de luchtstroomsleuven
met een borstel (gebruik geen scherpe voorwerpen).
Gebruik geen chemische producten met benzine of
oplosmiddelen voor de reiniging.
1. Maak de bovenkant schoon met een vochtige doek.
2. Reinig de luchtstroomsleuven en de grasopvangbak met een
zachte borstel (gebruik geen scherpe voorwerpen).
(23)