Onderhoud
Onderhoud
Voer de Drukontlastingsprocedure uit als u stopt met
spuiten of verdelen en vóór reiniging, controle, onderhoud
en transport van de apparatuur.
Statische mixers reinigen
Zie A
. 1 op pagina 9. Gewoonlijk zijn er behuizingen
FB
van twee statische mixers aangesloten op de uitlaat van het
mengverdeelstuk (H). Deze behuizingen maken gebruik van
plastic mengelementen, die verkrijgbaar zijn in
verpakkingen van 25 stuks (onderdeelnr. 248927).
Gebruik nooit een wartelverbinding op de mixerinlaten.
De verbinding zal de buis samendrukken en het
onmogelijk maken het mengelement te verwijderen.
Om de behuizing te reinigen en het mengelement te
vervangen:
1.
Voer de Drukontlastingsprocedure uit op pagina 21.
2.
Verwijder de behuizing van de mixer (J) van de
hulpslang (K).
3.
Plaats de behuizing van de mixer (J) met de vlakke
zijden in een bankschroef. Duw het mengelement (P)
uit het inlaatuiteinde.
4.
Gebruik waar nodig een boor van 1,27 cm (1/2 inch)
om oud materiaal en het mengelement uit te boren,
tot aan de interne uitstulping aan het uitlaatuiteinde.
5.
Gebruik een borstel om eventueel achtergebleven
materiaal in de behuizing (J) te verwijderen.
6.
Breng een nieuw mengelement in, het brede uiteinde
eerst.
De zeef aan B-zijde reinigen
De volgende aanwijzingen zijn alleen van toepassing als
er een zeef voor vloeistoffen met een lage viscositeit wordt
gebruikt. Zie Toebehoren op pagina 36.
1.
Draai de wartels (19) los en verwijder de afsluithendel
(21) en ventielen (20). Zie A
2.
Verwijder de B-inlaatverbinding (19) uit het verdeelblok
(1).
26
LET OP
. 7.
FB
3.
Trek de V-vormige zeef (17) en de O-ring (18) voor
bevestiging naar boven en eruit met een buigtang.
4.
Reinig of vervang de zeef (17).
5.
Plaats zeef (17) en O-ring (18) terug met hulpmiddel
15T630.
De O-ring (18) wordt gebruikt als borgring, niet als afdichting.
Hij kan gekrast of vervormd raken wanneer de zeef (17)
opnieuw naar binnen wordt gedrukt.
6.
Plaats het B-inlaatverbinding (19) op het verdeelblok (1).
Uitlaat van het
mengverdeelstuk reinigen
1.
Verwijder de uitlaatfitting (5) om de B-centerinjectiebuis
(4) bloot te leggen.
2.
Reinig eventuele ophopingen op, rond of binnenin de
slang (4).
3.
Monteer de uitlaatfitting (5) opnieuw.
Eind van de levensduur
Aan het einde van de levensduur van het apparaat moet het
op een verantwoorde wijze worden gerecycled.
21
20
19
18
17
4
5
3A1247S