In evenwicht brengen van het volume in het mengverdeelstuk
In evenwicht brengen van het volume in het
mengverdeelstuk
Als het mengverdeelstuk op de machine is gemonteerd,
hoeft u de restrictie (F) niet af te stellen. Laat ten minste
twee slagen geopend.
Als het verdeelstuk op afstand is geplaatst, moeten er twee
dingen worden gedaan om te voorkomen dat er
kortstondige verhoudingsfouten optreden door de
samendrukbare eigenschappen van verfslangen.
•
Restrictie instellen
•
Slangen met de juiste maat selecteren
Restrictie bij het
mengverdeelstuk aanpassen
De restrictie van de B-zijde (F) in het mengverdeelstuk
wordt alleen gebruikt wanneer het mengverdeelstuk op
afstand van de machine is geplaatst en er een korte
mengslang naar het spuitpistool wordt gebruikt.
De restrictie (F) controleert „vooruitloop/achterblijf"
-verhoudingsfouten van het A- en B-debiet naar de
leidingen van de statische mixer. Deze fouten komen
kortstondig voor bij het openen van het pistool. De fout
wordt veroorzaakt door verschillen in viscositeit, volume en
slangexpansie tussen de uitlaten van het doseerapparaat
en het mengpunt.
Verstel restrictie-as (F) met de klok mee terwijl u spuit,
totdat u de druk op de drukmeter van de B-zijde licht ziet
stijgen. Het punt waar de druk begint te stijgen, vormt een
goede correctie-instelling.
restrictie-as
Als u niet rechtstreeks uit het mengverdeelstuk en de
mixer doseert, is dit bij benadering de juiste instelling.
Voor vloeistoffen met een lage viscositeit kunt u een
optionele zeef met maasgrootte (mesh) 40 installeren voor
de restrictie in het mengverdeelstuk. Zo voorkomt u dat de
taps toelopende steel van carbide en de zitting verstopt
raken.
24
Voor toepassingen met een 1:1 verhouding en een hoge
viscositeit kunt u de gehele restrictie-eenheid en zitting
verwijderen en vervangen door een hogedrukplug van
3/4 npt.
Slangselectie voor toevoer van
A-mengverdeelstuk op afstand
Het mengverdeelstuk kan van de machine worden
verwijderd en dichterbij het pistool worden gemonteerd,
om de hoeveelheid gemengd materiaal in de slangen
te minimaliseren en de hoeveelheid spoelvloeistof te
verminderen, met de volgende beperkingen.
•
Er kan slechts één mengverdeelstuk op een
doseerapparaat worden gebruikt.
•
Het debiet kan uitsluitend naar meerdere pistolen
worden geleid nadat de twee vloeistoffen zijn
gemengd.
Dit geldt voor toepassingen die geen 1:1-verhouding hebben
en waarvan de viscositeit niet nagenoeg in balans is.
Breng de interne oppervlakken van de slangen in evenwicht
met betrekking tot de mengverhouding in volume. Dit is
zeer belangrijk wanneer het mengverdeelstuk zich dicht bij
het spuitpistool bevindt.
Het doseerapparaat geeft twee materialen af met precies
dezelfde verhouding in volume. Als de slangen niet in
evenwicht zijn met de verhouding, komt een slang altijd als
eerste op druk. Deze verhoudingsfout bij het mengpunt kan
op ieder moment ontstaan wanneer er een drukverandering
is. Breng de slangmaten in evenwicht aan de hand van
het effectieve interne oppervlak, niet aan de hand van de
binnendiameter.
Oppervlakte = (3,1416 * radius
Wat betreft evenwichten wordt er altijd vanuit gegaan
dat de A-zijde de zijde met hoog volume is.
Tabel 1: Volumeverhouding van A- tot B-slang
Mengverhouding Slangselectie A x B
1/2 x 1/2
1:1
3/8 x 3/8
1.5:1, 2:1
1/2 x 3/8
2:1
3/8 x 1/4
2.5:1
3/8 x 1/4
3:1
4:1
1/2 x 1/4
2
) of zie Tabel 1.
Volumeverhouding
1.0:1
1.78:1
2.25:1
2.25:1
4.0:1
3A1247S