4-9. Het aansluiten van de netvoeding (vervolg)
!
Schakel
de
laststroombron
en controleer vóór u verder gaat eerst
de
spanning
op
de
condensatoren zoals staat beschreven
in hoofdstuk 9-3.
!
De installatie moet voldoen aan alle
nationale
en
lokale
voorschriften
−
alleen
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
!
Ontkoppel en vergrendel/schakel de
netvoeding uit voordat u de voedings-
draden op het apparaat aansluit. Volg
de gangbare procedures voor wat
betreft
de
installatie
verwijderen
van
uitschakelapparaten.
!
Monteer eerst de netaansluitingen
naar de lasstroombron.
!
Sluit altijd eerst de groene of
groengele
draad
aan
massaklem en nooit op een faseklem.
Kijk op het label op het apparaat voor
de stroomvereisten
en
controleer
aansluitspanning die op de werkplek
beschikbaar is.
Aantekeningen
.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
1
Geleiders van de netvoeding
uit
(snoer geleverd door klant)
voedings-
Bepaal de afmeting en de lengte van de ge-
leiders aan de hand van hoofdstuk 4-2. De
geleiders moeten voldoen aan de nationale
en lokale regels en voorschriften met betrek-
king tot elektriciteit. Gebruik indien nodig
regels
en
aansluitpunten met de juiste stroom-
daartoe
voorziening en de juiste gatafmetingen.
Voedingsaansluitingen van lasstroombron
2
Pakket voor trekontlasting 262913 (met
apparaat meegeleverd)
Monteer
een
afmetingen geschikt is voor het apparaat en
en
het
de kabels. Leid de kabels door de
vergrendel/
trekontlasting en draai de schroeven vast.
3
Aansluiting veiligheidsaarde
van de lasstroombron
4
Groene of groengele aarddraad
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
op
een
aan op de aardklem van de machine.
5
Netfilter
6
Netaansluitklemmen
de
voor de lasstroombron
7
Ingaande fasedraden L1, L2 en L3
Sluit de voedingsdraden L1, L2 en L3 aan op
aansluitklemmen van de lasstroombron.
Breng het zijpaneel weer aan op de
lasstroombron.
Netaansluitingen van de werkschakelaar
8
9
10 Fase-aansluitklemmen
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
trekontlasting
die
qua
aan op de aardklem van de werkschakelaar.
Sluit vervolgens de drie fasedraden L1, L2 en
L3 aan op de daarvoor bestemde klemmen
van de werkschakelaar.
11 Maximale stroombeveiliging
Bepaal het type en de maat van de maximale
stroombeveiliging aan
hoofdstuk
werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de behuizing van de
werkschakelaar.
vergrendelingsprocedures om het apparaat
in gebruik te nemen.
Werkschakelaar
(getekend in de UIT-stand)
Aardaansluitklem
van de werkschakelaar
van de werkschakelaar
de
hand
4-8
(afgebeeld:
gezekerde
Volg
de
vastgelegde
Input5 2014−04
Werk als een
professional!
Professionals
lassen en snijden
veilig. Lees de
veiligheidsvoor
schriften aan het
begin van deze
handleiding.
OM−257220 Pagina 23
van