HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK
5.4.6. Aansluiting
omgevingstemperatuurthermostaat
De kachel is voorzien van een sonde om de omgevingstemperatuur vast
te stellen (zie punt 4.10) maar het is ook mogelijk een extra externe
omgevingsthermostaat te installeren in de ruimte waarin de kachel
gebruikt wordt.
De externe omgevingsthermostaat wordt niet bij de
kachel geleverd en moet door een gespecialiseerde
technicus geïnstalleerd worden.
LET OP!
De stroomkabels mogen niet in aanraking komen met
de hete delen van de kachel.
De procedure die voor de elektrische aansluiting moet worden gevolgd,
is de volgende:
Sluit
de
twee
omgevingsthermostaat afkomstig is aan op de twee vrije
klemmen van de connector (positie 14 elektronische kaart
hfdst.9). Handel als volgt:
Verschaf uzelf toegang tot de kaart (zie par. 5.4.6.1)
o
Voer
o
omgevingsthermostaat door het gat T
Trek aan de twee draden om ze op de kaart op klem
o
14 aan te sluiten (zie hfdst.7)
Bevestig de kaart weer op de kachel.
o
Menustructuur
PELLETKACHELS
op
een
draden
van
de
de
twee
draden
extra
kabel
die
van
de
van
de
externe
POS.14
KABEL
CAVO TERMOSTATO
AMBIENTE
OMGEVINGSTHERMOSTAAT
Technische dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Hoofdstuk 5
40
page