Het toestel gebruiken
De batterij opladen
WAARSCHUWING
De batterij kan exploderen als deze niet correct is geplaatst of wordt blootgesteld aan vuur.
Laat geen kortsluiting ontstaan.
Geen enkel onderdeel van de batterij kan worden vervangen.
Probeer niet de behuizing van de batterij te openen.
Gebruik alleen de goedgekeurde opladers en batterijen die in de catalogus van de telefoonfabrikant staan
vermeld.
Het gebruik van andere typen opladers of batterijen kan gevaarlijk zijn of de garantie doen vervallen.
Gebruikte batterijen moeten in daartoe bestemde verzamelcontainers worden geplaatst.
Het is raadzaam de batterij uit het toestel te halen als u de telefoon langere tijd niet wilt gebruiken.
U wordt dringend aangeraden uw toestel niet aan de oplader te koppelen als er geen batterij in zit.
De lader is een veiligheidsmodel met reductietransformator. Probeer nooit om wijzigingen aan te brengen
in de lader en vervang deze niet door andere apparaten (enkele stekker, etc.).
Uw toestel wordt gevoed door een oplaadbare batterij. Een nieuwe
batterij moet gedurende ten minste vier uur worden opgeladen voordat
u deze kunt gaan gebruiken. De optimale capaciteit wordt bereikt na een
paar gebruikscycli.
Als de batterij leeg is, wordt dit op het toestel aangegeven (het
pictogram Batterij leeg knippert). U moet de batterij dan minstens
15 minuten opladen voordat u het toestel weer inschakelt. U kunt zo
voorkomen dat de verbinding tijdens een oproep wordt verbroken.
Ga als volgt te werk om de batterij opnieuw op te laden:
Steek de oplader in een stopcontact.
Steek het uiteinde van de kabel in het aansluitpunt onder aan
het toestel.
De telefoon wordt opgeladen. Het batterijpictogram schuift op en neer
om aan te geven dat het toestel wordt opgeladen. Wanneer de batterij
volledig is opgeladen, stopt het opladen vanzelf. Koppel de kabel los.
De batterij kan tijdens het opladen warm worden. Dit is een normaal
verschijnsel.
21