Triggeren en cyclen
Alleen in de modi S, ST en iVAPS
De gevoeligheid voor trigger/cycle van het apparaat kan worden afgesteld ter optimalisatie van het
detectieniveau afhankelijk van de patiëntomstandigheden.
Onder normale omstandigheden zal het apparaat triggeren (IPAP inzetten) en cyclen (IPAP beëindigen
en overgaan op EPAP) wanneer het de verandering in de patiëntflow waarneemt. De detectie van de
patiëntademhaling is verbeterd door het automatische lekkagebeheer VSync van ResMed.
NB: In PAC-modus is alleen Triggeren beschikbaar.
TiControl - Regeling van inademingstijd
Alleen in de modi S, ST en iVAPS
TiControl
, een unieke functie van bilevel-apparaten van ResMed, stelt de clinicus in staat om een
™
onder- en bovengrens in te stellen voor de tijd die het apparaat doorbrengt in IPAP. De onder- en
bovengrens voor tijd worden ingesteld op het minimum en maximum van de ideale spontane
inademingstijd van de patiënt, zodat de patiënt een gecontroleerde periode heeft waarbij hij of zij
spontaan naar EPAP kan cyclen.
De ondergrens voor tijd wordt ingesteld via de parameter Ti Min en de bovengrens voor tijd wordt
ingesteld via de parameter Ti Max.
De parameters Ti Max en Ti Min van TiControl spelen een belangrijke rol in het maximaliseren van de
synchronisatie door zo nodig effectief in te grijpen ter beperking of verlenging van de inademingstijd.
Dit zorgt voor synchronisatie, ook bij aanwezigheid van aanzienlijke lekkage via de mond en/of het
masker.
Nederlands
11