Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de lokaal
geldende ongevallenpreventie- en veiligheidsvoor-
schriften hebben gelezen en begrepen. Dit geldt voor-
al met betrekking tot het dragen van beschermende
kleding.
Binnen de garantieperiode mogen service- en repa-
ratiewerkzaamheden alleen worden uitgevoerd door
personeel dat door de fabrikant is geautoriseerd.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
Aanwezige aardingsverbindingen binnen behuizingen
of op montageplaten mogen niet gewijzigd worden. In-
dien dit desondanks nodig is bij reparatie- of montage-
werkzaamheden:
► Breng de aardaansluitingen na voltooiing van de
werkzaamheden weer in de originele toestand.
LET OP
Bij gebruik van het apparaat in 3~230V-netwer-
ken dient er rekening mee te worden gehouden
dat de gebruikte aardlekschakelaars vor alle
soorten stromen gevoelig moeten zijn.
WAARSCHUWING
Volg de aanwijzingen van de veiligheids
stickers op.
WAARSCHUWING
Toestel bevat koudemiddel!
Indien koudemiddel door een lek ontsnapt,
kan dit persoonlijk letsel en milieuschade
veroorzaken. Daarom:
● Installatie uitschakelen.
● De door de fabrikant aangewezen klanten-
service op de hoogte stellen.
LET OP
Om veiligheidstechnische redenen geldt:
Het toestel nooit van het stroomnet scheiden,
behalve als het toestel geopend wordt.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054200jNL | ait-deutschland GmbH
LET OP
De warmtepomp uitsluitend buiten opstellen
en alleen met buitenlucht als warmtebron ge-
bruiken. De kanten die de lucht geleiden mo-
gen niet versmald of gebarricadeerd worden.
"Afbeeldingen maten", vanaf pagina 27, en
"Opstellingsschema's", vanaf pagina 29,
het afzonderlijke toesteltype
WAARSCHUWING
Schakel het toestel nooit in, als de luchtge
leidingskappen gedemonteerd zijn.
LET OP
Het is niet toegestaan om de warmtepomp
in een ventilatie installatie te integreren. Het
is niet toegestaan om de afgekoelde lucht te
gebruiken om te koelen.
LET OP
De omgevingslucht op de plaats waar de
warmtepomp is opgesteld en de lucht die als
warmtebron wordt aangezogen, mogen ab-
soluut geen corrosieve bestanddelen bevat-
ten!
Bestanddelen
zoals
chloor, zout, rioolgassen, rookgassen enz.
kunnen schade aan de warmtepomp veroor-
zaken, die zelfs tot een complete uitval of to-
tal loss van de warmtepomp kan leiden!
VOORZICHTIG
In de luchtuitlaatzone is de temperatuur van
de lucht ca. 5 K lager dan de omgevingstem
peratuur. Onder bepaalde klimatologische
omstandigheden kan daardoor in de lucht
uitlaatzone een ijslaag ontstaan.
De warmtepomp zo opstellen dat de lucht
niet wordt uitgeblazen op een weg waar ge
lopen wordt.
Buitenbedrijfstelling / legen van verwarming
Als het systeem/de warmtepomp buiten bedrijf wordt
gesteld of wordt geleegd nadat dit/deze al was ge-
vuld, moet ervoor worden gezorgd dat de condensor
en eventueel aanwezige warmtewisselaars in het ge-
val van vorst volledig zijn geleegd. Restwater in warm-
tewisselaars en condensor kan schade aan de com-
ponenten tot gevolg hebben.
1.
Leeg het systeem en de condensor volledig, open
de ontluchtingsventielen.
2.
Blaas indien nodig uit met perslucht.
voor
ammoniak,
zwavel,
5