Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Installatie Spoelen, Vullen En Ontluchten - alpha innotec LW 252A Installatie- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

23 De installatie spoelen, vullen
en ontluchten
VOORZICHTIG
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn,
alvorens het in bedrijf wordt gesteld.
Ongeschikte kwaliteit van het vul- en
bijvulwater in het verwarmingscircuit
Het rendement van het systeem en de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten
hangen in belangrijke mate af van de kwaliteit van het
verwarmingswater.
Wanneer de installatie met onbehandeld drinkwater
wordt gevuld, slaan calcium en magnesium als ketel-
steen neer. Op de warmteoverdrachtsvlakken van de
verwarming ontstaat dan kalkaanslag. Hierdoor daalt
het rendement en stijgen de energiekosten. In extre-
me gevallen raken de warmtewisselaars beschadigd.
Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
Gedetailleerde informatie vindt u onder an-
dere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035 "Voor-
komen van schade in warmwaterverwar-
mingsinstallaties".
1.
Let erop dat de ph-waarde van het verwarmings-
water tussen 8,2 – 10 ligt, voor aluminium materi-
alen tussen 8,2 – 9.
Idealiter ligt de pH-waarde na het vullen al in het
vereiste bereik. Na uiterlijk 6 weken moet hij zich
hebben aangepast aan het vereiste bereik.
2.
Let erop dat het elektrisch geleidingsvermogen
< 100 μS/cm is.
AANWIJZING
Indien de benodigde waterkwaliteit niet kan
worden ingesteld, de hulp van een vakbedrijf
inroepen, dat zich in de behandeling van ver-
warmingswater gespecialiseerd heeft.
3.
Vul de installatie uitsluitend met gedeminerali-
seerd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
● geringe corrosieve eigenschappen
● geen vorming van ketelsteen
● ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054200jNL | ait-deutschland GmbH
4.
Bewaar een installatieboek bij voor warmwater-
verwarmingsinstallaties bijhouden waarin de re-
levante planningsgegevens en de waterkwaliteit
worden ingevoerd (VDI 2035).
Antivries in het verwarmingscircuit
Bij buiten gemonteerde lucht/water-warmtepompen is
het niet noodzakelijk het verwarmingscircuit met een
water-antivriesmengsel te vullen.
De warmtepompen hebben veiligheidssystemen, die
het bevriezen van het water voorkomen, ook als de
verwarming uitgeschakeld is. Voorwaarde is dat de
warmtepomp ingeschakeld blijft en niet van het elektri-
citeitsnet losgekoppeld wordt. Bij vorstgevaar worden
de circulatiepompen aangestuurd.
Indien er antivriesmiddel bijgevuld wordt, moeten de
volgende punten in acht genomen worden, afhankelijk
van de concentratie van het mengsel:
Het verwarmingsvermogen van de warmtepomp
wordt minder
COP-waarde wordt slechter
Bij ter plaatse gebruikte circulatiepompen wordt
het pompvermogen gereduceerd, bij geïnte-
greerde circulatiepompen neemt de aangegeven
vrije opvoerhoogte af
De materiaalcompatibiliteit van de gebruikte com-
ponenten met het antivriesmengsel moet gega-
randeerd zijn
Controle
Van doorslaggevend belang is de analytische registra-
tie en controle van de betreffende waterwaarden en
van de toegevoegde conditioneringsmiddelen. Daar-
om dienen deze met geschikte watertestapparatuur
regelmatig te worden gecontroleerd.
Spoelen, vullen, ontluchten
1.
Verwarmingscircuit spoelen, vullen en op het
hoogste punt ontluchten.
2.
Bovendien het ontluchtingsventiel aan de conden-
sor van de warmtepomp openen. Condensor ont-
luchten.
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lw 140aLw 180aLw 251a

Inhoudsopgave