5.4.4 Gesloten uitvoering
Zie voor uitmondingen hoofdstuk 9 van de aanvulling op
de NEN 1078 (GAVO 1987) - uitgave maart 1992.
5
Afb. 07 Gesloten uitvoering
Uitvoering luchttoevoer- en rookgasafvoer
5 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding zonder
bochten
6 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding met twee
bochten 90°
6. WERKINGSPRINCIPE
De benodigde verbrandingslucht wordt door de ventilator
(1) aangezogen en in de mengkamer (2) geblazen. In de-
ze mengkamer bevindt zich tevens de inspuiter. Deze in-
spuiter blaast het gas radiaal uit, in de luchtstroom. Deze
manier van gasinspuiting zorgt voor een goede menging
van het gas en de lucht, waardoor een homogeen meng-
sel ontstaat. Het gas-/luchtmengsel passeert hierna een
terugslagklep. Deze klep is aangebracht om tijdens stil-
stand van de ketel de opstijging van de warme dampen
uit de ketel tegen te gaan (thermische trek) en daardoor
de stilstandverliezen te beperken. Nadat het gas-/lucht-
mengsel de terugslagklep is gepasseerd komt het meng-
sel in het tweede deel van de mengkamer. De mengka-
mer is aangesloten op de verdeelkamer (3) . In de ver-
deelkamer bevindt zich een remplaat (4) . Deze remplaat
is aangebracht voor het opbouwen van een stuurdruk
voor het gasregelblok t.b.v. de gas-/luchtkoppeling. Door
deze gas-/luchtkoppeling wordt onder alle omstandighe-
den een zo optimaal mogelijke verbranding verkregen.
Nadat het mengsel de remplaat is gepasseerd gaat het
door de verdeelplaat (5) . Deze van sleuven en ronde ga-
ten voorziene plaat dient voor het verdelen van het
mengsel over de branders (6) . Deze branders zijn voor-
zien van een dekje van metaalvezel, waarin een brander-
patroon is geponst. Het gas-/luchtmengsel wordt ontsto-
ken en verbranding vindt plaats. Door de premix-verbran-
ding is de NOx-uitstoot zeer laag. De rookgassen stro-
men nu door de warmtewisselaar (7), die opgebouwd is
van korrosiebestendig rem cast
sen keren in de verzamelbak (8) en worden afgevoerd
naar het rookgasafvoerkanaal.
6
®
gietijzer. De rookgas-
Maximaal toegestane rookgasafvoer-
en luchttoevoerleidinglengtes in m
D
5
(in mm)
12 ldn.
100
2
130
+
150
+
16 ldn.
100
-
130
19
150
+
20 ldn.
-
130
150
18
+
180
+
Lengtes groter dan 20 m
-
Niet toepasbaar
Opmerking:
Per extra bocht van 90° dient leidinglengte af te trekken
overeenkomstig onderstaande tabel.
D
mm
Ø 130
Ø 150
Om de gehele ketel is isolatiemateriaal aangebracht om
de warmteverliezen naar de omgeving tot een minimum
te beperken.
5
Afb. 08 Doorsnede rechterzijaanzicht
8
remeha Gas 2000
11
10
lengte
m
1,8
2,1
4
3 2
6
-
+
+
-
+
-
+
1
6
7
8