Drukontlastingsprocedure
Drukontlastingsprocedure
Drukontlastingsprocedure
Drukontlastingsprocedure
Volg de drukontlastingsprocedure steeds
wanneer u dit symbool ziet.
Deze apparatuur blijft onder druk staan totdat
de druk bewust is ontlast. Om ernstig letsel
veroorzaakt door vloeistof onder druk te voorkomen,
zoals injectie door de huid, opspattende vloeistof
en bewegende onderdelen, dient u de instructies
onder Drukontlastingsprocedure te volgen wanneer
u stopt met spuiten en voordat u de apparatuur
reinigt, controleert of er onderhoud aan pleegt.
Het Fusion AP-pistool wordt getoond.
1. Druk op
om de pompen stop te zetten.
2. Schakel alle verwarmingszones uit.
3. Ontlast de druk in het pistool en voer de
procedure voor het uitschakelen van het pistool
uit. Zie de handleiding van het pistool.
56
4. Sluit de vloeistofinlaatventielen A en B van het
pistool.
5. Zet de voedingspompen en de roerder, indien
gebruikt, uit.
6. Stuur het materiaal naar de
afvalcontainers of toevoertanks. Zet de
DRUKONTLASTING/SPUIT-kleppen (SA, SB)
op DRUKONTLASTING/CIRCULATIE
Controleer of de meters naar 0 zakken.
SA
7. Schakel de veiligheidsvergrendeling van de
pistoolzuiger in.
8. Koppel de luchtleiding van het pistool los en
verwijder het materiaalspruitstuk van het pistool.
GB
GA
SB
335040C
.