9. Controleer de vloeistofdrukmeters (GA,
GB) om te zorgen dat de drukbalans
juist is. Indien er geen balans is, verlaag
dan de druk van de hogere component
door de DRUKONTLASTING/SPUIT-klep
voor die component lichtjes
DRUKONTLASTING/CIRCULATIE
te draaien, totdat de manometers drukwaarden
tonen die in evenwicht zijn.
SA
10. Open de vloeistofinlaatventielen A en B van het
pistool.
Fusion
Fusion
Fusion
Voorkom materiaaloverloop bij stootpistolen
door nooit
nooit materiaalspruitstukventielen te
nooit
openen of de trekker van het pistool in te
drukken als de drukwaarden niet in evenwicht
zijn.
335040C
lichtjes naar
lichtjes
GA
GB
SB
Probler
Probler
Probler
LET OP
OP
LET
LET
OP
11. Koppel de veiligheidsvergrendeling van de
pistoolzuiger los.
Fusion
Fusion
Fusion
12. Duw de trekker van het pistool voor een spuittest
op karton. Stel indien nodig de druk en de
temperatuur in om het gewenste resultaat te
krijgen.
Spuitaanpassingen
Spuitaanpassingen
Spuitaanpassingen
Stroomsnelheid, atomisering en hoeveelheid
overspuiten worden beïnvloed door vier variabelen.
• Instellingen
Instellingen van
Instellingen
van materiaaldruk.
van
materiaaldruk. Te weinig
materiaaldruk.
druk resulteert in een ongelijk patroon, grove
druppelgrootte, lage stroom en slechte menging.
Te veel druk resulteert in overmatig overspuiten,
hoge stroomsnelheden, moeilijke regeling en
overmatige slijtage.
• Vloeistoftemperatuur.
Vloeistoftemperatuur. Vergelijkbare effecten
Vloeistoftemperatuur.
voor de instelling van de vloeistofdruk. De A-
en B-temperaturen kunnen gecompenseerd
worden om de vloeistofdruk in evenwicht te helpen
brengen.
Grootte van
van mengkamer.
mengkamer. De keuze van de
• Grootte
Grootte
van
mengkamer.
mengkamer is gebaseerd op de gewenste
stroomsnelheid en de vloeistofviscositeit.
Aanpassing reinigingslucht.
reinigingslucht. Te weinig
• Aanpassing
Aanpassing
reinigingslucht.
reinigingslucht resulteert in druppels op de
voorkant van de sproeikop en geen patroon om
overspuiten te regelen. Te veel reinigingslucht
resulteert in een pneumatische atomisering en
overmatig overspuiten.
Spuiten
Probler
Probler
Probler
51