Bediening Geavanceerde
Geavanceerde Displaymodule
Bediening
Bediening
Geavanceerde
Wanneer de hoofdvoeding wordt aangezet door
de hoofdschakelaar (MP) naar de AAN-stand te
draaien, wordt het welkomstscherm getoond totdat
de communicatie en initialisatie zijn afgerond.
Vervolgens wordt het pictogram 'aan-/uitknop'
getoond tot de aan-/uitknop
het eerst wordt ingedrukt nadat het systeem is
opgestart.
Om de ADM te kunnen gebruiken, moet het
apparaat actief zijn. Controleer of de machine
actief is door te controleren of het indicatielampje
voor de systeemstatus (B) groen brandt, zie
Geavanceerde weergavemodule (ADM - Advanced
Display Module), page
22. Als het indicatielampje
voor de systeemstatus niet groen brandt, druk op de
aan-/uitknop
van de ADM . Het indicatielampje
voor de systeemstatus gaat geel branden als de
machine is uitgeschakeld.
Voer de volgende taken uit om uw systeem volledig
in te stellen.
335040C
Displaymodule (ADM)
Displaymodule
van de ADM voor
Bediening Geavanceerde Displaymodule (ADM)
(ADM)
(ADM)
1. Selecteer de drukwaarden om het
drukbalansalarm te activeren. Zie
Systeemscherm 1, page
2. Voer recepten in en activeer of deactiveer ze.
Zie
Receptenscherm, page
3. Stel de algemene systeeminstellingen in. Zie
Geavanceerd scherm 1 —
4. Stel de meeteenheden in. Zie
Geavanceerd scherm 2 —
5. Stel de USB-instellingen in. Zie
Geavanceerd scherm 3—
6. Stel de richttemperaturen en de druk in. Zie
Richtgetallen, page
7. Stel het aanvoerniveau van component A en
component B in. Zie
37.
37.
Algemeen.
Eenheden.
USB.
40.
Onderhoud, page
41.
33