Systeem 1 1 1
Systeem
Systeem
Gebruik dit scherm om de activeringsdruk voor het
'Drukbalans'-alarm en de 'Drukbalans'-afwijking in
te stellen, de diagnostische schermen in of uit te
schakelen, het maximale en minimale volume in het
vat in te stellen en de vatalarmen in te schakelen.
Systeem 2 2 2
Systeem
Systeem
Gebruik dit scherm om de handmatige slangmodus en
de inlaatsensors in te schakelen, het 'lage druk'-alarm
van de inlaatsensor en de 'lage temperatuur'-afwijking
in te stellen. De handmatige slangmodus
schakelt de slangtemperatuur-RTD-sensor
uit, zodat het systeem kan functioneren
als de sensoren niet goed werken (zie
Handmatige slangverwarmingsmodus, page 52
meer informatie). De standaardinstellingen
zijn 0,07 MPa (0,7 bar, 10 psi) voor een 'lage
inlaatdruk'-alarm en 10 ˚C (50 ˚F) voor een 'lage
inlaattemperatuur'-afwijking.
335040C
Bediening Geavanceerde Displaymodule (ADM)
Systeem 3 3 3
Systeem
Systeem
Gebruik dit scherm om andere afmetingen voor
de pompcilinders mogelijk te maken, om de
stand-bymodus van de motor in en uit te schakelen
en de teller van de recirculatiecycli in te schakelen.
Cycli met een uitlaatdruk lager dan 700 psi worden
niet geteld, tenzij dit is ingeschakeld.
Recepten
Recepten
Recepten
Gebruik dit scherm om recepten toe te voegen,
bewaarde recepten te bekijken en bewaarde recepten
te activeren of te deactiveren. Geactiveerde recepten
kunnen op het startscherm worden geselecteerd.
Op de drie receptenschermen kunnen 24 recepten
worden weergegeven.
voor
37