Vloeistofcirculatie
Vloeistofcirculatie
Vloeistofcirculatie
Vloeistofcirculatie
Circulatie
Circulatie door
Circulatie
door de
door
de Reactor
de
LET
LET OP
LET
Voorkom schade aan de apparatuur,
laat geen vloeistof circuleren die een
blaasmiddel bevat zonder eerst te
overleggen met uw materiaalleverancier
over vloeistoftemperatuurlimieten.
LET
LET OP:
LET
OP: de optimale warmteoverdracht
OP:
wordt bereikt bij lagere vloeistofdebieten met
temperatuurrichtwaarden op de gewenste
vattemperatuur. Er kunnen afwijkingsfouten in
verband met een lage temperatuurstijging ontstaan.
Zie voor het circuleren door het spruitstuk van
het pistool en het voorverwarmen van de slang
Circulatie door spruitstuk pistool, page
1. Volg de
Opstarten, page
Installeer geen afsluitventielen
stroomafwaarts van de DRUKONT-
LASTING-/SPUIT-ventieluitlaten (BA,
BB) om letsel door injectie en opspatten
te vermijden. De kleppen werken als
overdrukontlastingskleppen wanneer
ze ingesteld zijn op SPUIT
De leidingen moeten open zijn zodat
de kleppen automatisch druk kunnen
ontlasten wanneer het apparaat werkt.
2. Zie
Gangbare installatie, met circulatie van
systeemvloeistofspruitstuk naar vat, page
Leid de circulatieleidingen terug naar het juiste
toevoervat van component A of B. Gebruik
slangen die gespecificeerd zijn voor de maximale
werkdruk van deze apparatuur. Zie Technische
specificaties.
specificaties
specificaties
3. Zet de DRUKONTLASTING/SPUIT-ventielen
(SA, SB) op DRUKONTLASTING/CIRCULATIE
.
SA
48
Reactor
Reactor
OP
OP
49.
45.
.
Technische
Technische
GA
GB
SB
4. Stel de richttemperaturen in. Zie
Doelwaarden, page
5. Voordat u de motor start, moet u de knop van
de hydraulische compensator ontgrendelen en
daarna linksom draaien zodat deze niet meer
beweegt.
6. Druk op
pompen te starten. Laat vloeistof circuleren met
de laagst mogelijke druk tot de temperaturen hun
streefwaarden bereiken.
7. Druk op
schakelen.
8. Schakel de A- en B-verwarmingszones in.
Wacht totdat de temperatuurmeters voor de
materiaalinlaatklep aangeven dat de minimale
temperatuur van de chemicaliën die vanaf de
toevoervaten worden aangevoerd is bereikt.
9. Schakel de motor uit.
17.
10. Zet de DRUKONTLASTING/SPUIT-ventielen
(SA, SB) op SPUITEN
40.
voor de motor om de motor en
om de slangverwarmingszone in te
.
GB
GA
SA
SB
335040C