Figuur 33
1. Gaskabel
Onderhoud
brandstofsysteem
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst
ontvlambaar en explosief. Brand of explosie
van brandstof kan brandwonden of materiële
schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een
afgezette of koude motor bijvullen.
Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol.
Vul de brandstoftank tot maximaal 6
tot 13 mm vanaf de onderkant van de
vulbuis. Dit geeft de brandstof in de tank
ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof
bezig bent en houd de brandstof weg van
open vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige
en goedgekeurde containers en zorg dat
de dop op zijn plaats blijft.
Brandstoftank
De brandstoftank moet om de 800 bedrijfsuren
worden afgetapt en gereinigd. Ook moet de
tank worden afgetapt en gereinigd als het
brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de
machine voor langere tijd gestald gaat worden.
Gebruik schone brandstof om de tank uit te
spoelen.
Brandstoeidingen en
-verbindingen
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen
om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden.
Inspecteer op slijtage, beschadigingen of
loszittende verbindingen.
Waterafscheider
Verwijder dagelijks water of ander vuil uit de
waterafscheider (Figuur 34).
1. Plaats een schone opvangbak onder het
brandstoffilter.
2. Draai de aftapplug onder de filterbus los
(Figuur 34). Draai de plug weer vast na het
aftappen.
Figuur 34
1. Waterafscheider
Vervang de filterbus om de 400 bedrijfsuren.
3. Reinig de omgeving van de plaats waar de
filterbus wordt gemonteerd.
4. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar
deze wordt gemonteerd.
5. Smeer schone olie op de pakking van de
filterbus.
6. Monteer de filterbus met de hand totdat
de pakking contact maakt en draai deze
vervolgens nog een halve slag verder.
43
2. Aftapplug