Basisschema's met jog (trage snelheid) functie
Stuurspanning
110 / 120V AC
Stuurspanning
220 / 240V AC
Programmeerbare ingangen (3)
C
32
Start
Stop Vooruit Achteruit Thermistor
Jag
Sturing met
(trage snelheid) (5)
drukknoppen (2)
Jog (trage snelheid) functie. Programmeerstappen
1. De functie trage snelheid kan worden geactiveerd door "Jxxx" in te stellen op I3. In dit geval wordt trage snelheid mogelijk
met een drukknop die verbonden is met contacten 3-57 van de ASTATplus. Jog achteruit is ook mogelijk door "rxxx" op
ON te zetten. Als "rxxx" ingesteld is op programmeerbare ingang I4, kan vooruit of achteruit ook worden gestuurd door
drukknopsignaal (5) op afstand. Zie paragraaf 4-6-3 voor meer informatie.
2. Trage snelheid kan worden gerealiseerd in de stop-status van de ASTATplus. Trage snelheid en normale start bevelen zijn
intern gekoppeld.
Basisschema's met functie gelijkstroomremmen
Stuurspanning
110 / 120V AC
Stuurspanning
220 / 240V AC
Start/Stop
(permanente sturing)
Functie gelijkstroomremmen. Programmeerstappen
1. De functie gelijkstroomremmen kan worden geactiveerd door "Bxxx" op ON te zetten.
2. Zodra deze functie geactiveerd is, wordt relais 3r automatisch toegewezen aan deze functie. Dit relais moet worden gebruikt
om de contactor gelijkstroomremmen te sturen. Zie paragraaf 4.5.1 en 4.5.2 voor meer details op pagina C21 en C22
Programmeerbare uitgangsrelais
motor
Programmeerbare uitgangsrelais
Programmeerbare ingangen (3)
Thermistor
motor
Opmerkingen
(1) De isolatiecontactor DC1 is niet vereist voor
werking naar de motor.
Merk echter op dat DC1 galvanische isolatie
levert ten opzichte van de binnenkomende lijn,
wat de veiligheid vergroot.
(2) In dit voorbeeld wordt het start- en stop-bevel
geactiveerd met drukknoppen. Een permanent
bevel is ook mogelijk, met bedrading van
contacten 1, 2 en 57 zoals aangegeven op
pagina C12.
(3) De uitgangsrelais laten rechtstreekse actie op
de contactoren toe overeenkomstig de waarden
vermeld op pagina C11 van deze handleiding.
(4) De ASTATplus is voorzien van een elektronische
beveiliging tegen motoroverbelasting, die voor
de meeste toepassingen een degelijke beveili-
ging biedt.
U dient een externe overbelastingsbeveiliging te
gebruiken als dit wordt voorgeschreven door de
lokale regels of om de motor te beschermen
tegen stroomonevenwicht.
(5) Trage snelheid of jog vooruit of achteruit met
programmeerbare ingangen I3, I4. Meer details
hierna.
Opmerkingen
(1) De isolatiecontactor DC1 is niet vereist voor
werking naar de motor. Merk echter op dat DC1
galvanische isolatie levert ten opzichte van de
binnenkomende lijn, wat de veiligheid vergroot.
(2) In dit voorbeeld wordt het start- en stop-bevel
geactiveerd door permanent bevel. Drukknop-
besturing is ook mogelijk, door contacten 1, 2 en
57 te bedraden zoals aangegeven op pagina C12.
(3) De uitgangsrelais laten rechtstreekse actie op
de contactoren toe overeenkomstig de waarden
vermeld op pagina C11 van deze handleiding.
(4) De ASTATplus is voorzien van een elektronische
beveiliging tegen motoroverbelasting, die voor
de meeste toepassingen een degelijke beveili-
ging biedt. U dient een externe overbelastings-
beveiliging te gebruiken als dit wordt voorge-
schreven door de lokale regels of om de motor
te beschermen tegen stroomonevenwicht.
(5)
(5) Gelijkstroomremmen op het stoptijdstip wordt
voorzien door de functie Gelijkstroomremmen
en externe contactor DC3.
OPGELET:
De 3 contacten van DC3 moeten parallel worden
aangesloten. Verplicht tussen fasen 2T1 en 4T2,
anders kan er zich een kortsluiting voordoen.
ASTATplus