5.4. Foutdetectie
Symptoom of fout
Display op "0FF"
Het toestel reageert niet op het
START / STOP kommando
Frequentiefout
(toegelaten 45 Hz H H H H H f net H H H H H 65 Hz)
Uitschakeling door
overbelasting
Verlies synchronisatie
(Ex13)
Thyristor fase U, V, W
(Ex14)
(Ex15)
(Ex16)
Oververhitting
(Ex17)
koelplaat
Oververhitting motor
(Ex18)
Verlies fase U, V, W
(Ex19)
(Ex20)
(Ex21)
Rotor geblokkeerd
(Ex22)
Interne fout
(Ex23)
Lange versnellingstijd
(Ex25)
Lange tijd trage
(Ex26)
snelheid
Lock-out
(Ex27)
Onderspanning
(Ex28)
Overspanning
(Ex29)
Onderstroom
(Ex30)
Overstroom
(Ex31)
Nieuwe poging
(Ex32)
Mogelijke oorzaak
Geen stuurspanning.
Zekering F1 gesmolten in
voedingskaart.
Platte kabel die de voedingskaart met
de stuurkaart verbindt, is slecht aange-
sloten
Zekering F2 gesmolten in
voedingskaart.
Geen fase 1L1 of frequentie buiten
bereik.
Overbelasting op toestel hoger dan
125% In.
Geen fase 1L1
Thyristor in kortsluiting.
Geen uitgaande fasen
Thermostaat koelplaat geschakeld door
oververhitting of defect
Motorthermistor geschakeld door
oververhitting of defect
Geen binnenkomende/uitgaande fasen
Defecte thyristor of slechte bekabeling
Toestel heeft blokkering van de
motorrotor gedetecteerd.
Slechte werking van de microprocessor.
Stroombeperkingsvoorwaarde meer dan
2 x ta sec. of 240 sec. aanwezig
(ta = tijd versnellingscurve)
Uitrusting is gedurende meer dan 120
sec. in trage-snelheidmodus geweest
De tijd tussen starts is minder dan de
waarde ingesteld met parameter "LKxx"
De lijnspanning overschrijdt de limiet
ingesteld in parameters "UVxx" of OVxx"
De motorstroom overschrijdt de limiet in-
gesteld in parameters "UCxx" of "OCxx"
De motor kon niet opnieuw worden
gestart na een storing
ASTATplus
Te nemen maatregelen
Controleer bekabeling en stuurspanning.
Controleer en vervang F1
Controleer de verbindingen.
Controleer en vervang F2
Controleer 1L1 en/of netfrequentie.
Controleer de overbelastingstoestand bij
starten en in permanent bedrijf.
Indien nodig, verhoog In x t.
Controleer fase 1L1
Controleer de overeenstemmende
thyristor-module.
Controleer fasen 2T1, 4T2 en 6T3
Controleer thermostaat en bekabeling
Controleer thermistor en bekabeling
Controleer voedingsdraadbundel voor
1L1, 3L2, 5L3, 2T1, 4T2 en 6T3
Controleer poort- en kathodebekabeling.
Controleer thyristors
Start het toestel opnieuw en controleer
of er een waarneembaar verlies is op de
snelheid van de motor (bijv. wanneer de
motor wordt belast.
Oplossing: brug tussen de
overbruggingsklemmen 5-57 op het
einde van de versnellingscurve).
Controleer of IC1 en IC2 correct op hun
sokkel zijn bevestigd.
Stroomlimiet en/of tijd versnellingscurve
verhogen
Deze toestand vermijden
Ga na of de instellingen correct zijn. Deze
beveiliging kan worden gedesactiveerd
Ga na of de instellingen correct zijn. Deze
beveiliging kan worden gedesactiveerd
Ga na of de instellingen correct zijn. Deze
beveiliging kan worden gedesactiveerd
Controleer laatste melding "e1xx" en
corrigeer. Ga na of de instellingen voor
nieuwe poging ook correct zijn.
C
29