Digitale uitgangen
Klem
Functie
11, 12, 14
Programmeerbaar
relais 1r
23, 24
Programmeerbaar
relais 2r
33, 34
Programmeerbaar
relais 3r
Analoge in- en uitgangen
Klem
Functie
8
Gemeenschappelijke
klem
7
Ingang tacho-
generator terug-
koppeling
9
Stroom uitgang
Motor thermistor ingang
Klem
Functie
5 , 6
Ingang motor
thermistor
Communicatie
Klem
Functie
SG, TD, RD
Gr, Tx, Rx data
Omschrijving
11-12 = NC, 11-14 = NO potentiaalvrij contact. Dit relais kan toegewezen
worden aan verschillende interne functies (p. C.12)
Af fabriek ingesteld op START functie
23-24 = NO. potentiaalvrij contact. Dit relais kan toegewezen worden aan
verschillende interne functies (p. C.12)
Af fabriek ingesteld op EOR functie
33-34 = NO. potentiaalvrij contact. Dit relais kan toegewezen worden aan
verschillende interne functies (p. C.12)
Af fabriek ingesteld op DC rem
Gemeenschappelijke gegevens voor alle relaisuitgangen
Max. gebruiksspanning: 380VAC (B300 UL)
Thermische stroom:
8A.
AC-15:
220V/3A, 380V/1A
DC-15:
30V max/ 3,5A
Omschrijving
Dit is de gemeenschappelijke klem voor de analoge ingangklem 7
0-5V analoge ingang voor snelheidsterugkoppeling. Een DC tachogenerator moet
voorzien zijn op de motor.
Dit signaal is noodzakelijk bij keuze van de lineaire versnellingsfunctie.
0-10V DC analoge uitgang voor stroommeting.
Ir komt overeen met 2V DC
Belastingsimpedantie 10K/ of hoger
Omschrijving
Deze ingang laat een thermistor toe met aanspreekwaarde tussen 2,8 en 3,2k/
bij het schakelen en een resetwaarde tussen 0,75 en 1k/ .
Als de motorthermistor niet wordt gebruikt, moet een brug worden geplaatst
tussen klem 5 en 6.
Omschrijving
RS232C, 3 draads, half duplex, max. kabellengte van 3 m.
Asynchrone data transmissie, 9600 Bauds, 1 start bit, 8 data bits, 1 stop bit, geen
pariteitstest.
ASCII en ModBus RTU protocols zijn standaard selecteerbaar vanaf het controle-
paneel (zie bijvoegsel 6.2). Profibus en DeviceNet zijn externe opties.
ASTATplus
C
11