aan beide kanten voorkomen dat de afstandsring
ertussen past. Het ondermes is nu evenwijdig met de
messenkooi.
Opmerking: Deze procedure is niet nodig voor
gewone afstellingen, maar wel na slijpen of demontage.
9. Draai de beide stelschroeven van het ondermes 2
klikstanden rechtsom vanuit deze afstelling (d.w.z.
terwijl de stelschroeven 1 klikstand vaster staan en de
afstandsring niet past).
Opmerking: Elke klikstand beweegt het ondermes
0,018 mm Draai de stelschroeven niet te vast aan.
10. Test de maaiprestaties door een lange strook
maaitestpapier (Toro onderdeelnr. 125-5610) tussen
het ondermes en de messenkooi te steken, loodrecht
op het ondermes
(Figuur
traag naar voren. Het papier moet gesneden worden.
Opmerking: Als de messenkooi overmatig sleept,
moet u het maaidek wetten of slijpen om de scherpe
randen te verkrijgen die nodig zijn om precies te
maaien.
Achterrol afstellen
1. Zet de beugels van de achterrol
gewenste maaihoogte door de vereiste hoeveelheid
afstandsstukken onder de montageflens op de zijplaat
te plaatsen
(Figuur
1. Afstandsstuk
2. Beugel van rol
10). Draai de messenkooi
Figuur 10
(Figuur
11) op de
11) volgens de maaihoogtetabel.
Figuur 11
3. Montageflens van zijplaat
2. Breng de achterkant van het maaidek omhoog en plaats
een blok onder het ondermes.
3. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van
beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de
montageflens van beide snijplaten.
4. Laat de rol en de schroeven uit de montageflenzen van
de zijplaat en de afstandsstukken zakken.
5. Plaats de afstandsstukken op de schroeven van de
beugels van de rol.
6. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken vast aan de
onderkant van de montageflenzen van de zijplaat met
de moeren die u eerder hebt verwijderd.
7. Controleer of het contact tussen snijplaat en
messenkooi correct is. Kantel de machine zodat u bij
de voor- en achterrol en het ondermes kunt komen.
Opmerking: De positie van de achterrol ten
opzichte van de messenkooi wordt bepaald door
de bewerkingstolerantie van de geassembleerde
onderdelen en evenwijdig stellen is niet nodig. U kunt
de stand enigszins bijstellen door het maaidek op een
vlakke ondergrond te plaatsen en de montagebouten
van de zijplaat los te draaien
in en draai ze vast. Draai de bouten vast met een torsie
van 37 tot 45 N·m.
1. Montagebouten van zijplaat
Termen gebruikt in
maaihoogtetabel
Maaihoogte-instelling
Dit komt overeen met de gewenste maaihoogte.
Basisinstelling maaihoogte
Dit is de hoogte waarop de bovenrand van het ondermes is
ingesteld boven een gelijk oppervlak dat de onderkant van
zowel de voor- als de achterrol raakt.
Effectieve maaihoogte
Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid.
Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte zal de
effectieve maaihoogte variëren afhankelijk van het type gras,
het seizoen en de toestand van de grond. De instelling van de
9
(Figuur
12). Stel de bouten
g027270
Figuur 12