De maaihoogte instellen
Opmerking: Voor maaihoogten van meer dan 2,54 cm
moet de set voor een hoge maaistand worden gemonteerd.
1. Draai de borgmoeren los waarmee de
maaihoogtebeugels zijn bevestigd aan de zijplaten van
het maaidek
(Figuur
Figuur 15
1. Stelschroef
2. Borgmoer
2. Draai de moer op de hoogtelat los
draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte. De
afstand tussen de onderkant van de schroefkop en het
oppervlak van de lat is de maaihoogte.
Figuur 16
1. Hoogtelat
2. Stelschroef voor
maaihoogte
3. Moer
3. Plaats de schroefkop op de snijrand van het ondermes
en laat de achterzijde van de lat op de achterrol rusten
(Figuur
17).
4. Draai aan de stelschroef totdat de voorrol contact
maakt met de hoogtelat
uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig
aan het ondermes is.
15).
3. Maaihoogtebeugel
(Figuur
16) en
4. Gaten om de maaihoogte
in te stellen
5. Ongebruikte opening
(Figuur
17). Stel beide
Belangrijk: Bij een correcte afstelling zullen de
achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat
en zal de schroef goed tegen het ondermes aan
zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het
ondermes dezelfde maaihoogte.
5. Draai de moeren vast om de afstelling te borgen. Draai
de moeren niet te vast – draai net zolang totdat de ring
geen speling meer heeft.
12
Figuur 17