maai-eenheid (agressiviteit van maaien, rollen, ondermessen,
gemonteerde werktuigen, gazoncompensatie-instellingen
enz.) heeft ook een invloed op de effectieve maaihoogte.
Controleer regelmatig de effectieve maaihoogte met de Turf
Evaluator, model 04399, om de gewenste basisinstelling van
de maaihoogte te bepalen.
Agressiviteit van maaistand
De agressiviteit van de maaistand van het maaidek heeft
een duidelijke invloed op de prestaties van het maaidek.
De agressiviteit van de maaistand slaat op de hoek van het
ondermes ten opzichte van de grond
De beste instelling van het maaidek hangt af van de
gazonomstandigheden en de gewenste resultaten. Ervaring
met het maaien van uw gazon bepaalt de beste instellingen. U
kunt de agressiviteit van de maaistand aanpassen gedurende
het gehele maaiseizoen afhankelijk van hoe het gras erbij ligt.
In het algemeen is een laag tot normaal agressieve instelling
beter geschikt voor grassoorten voor het warme seizoen
(bermuda-, paspalum-, zoysiagras), terwijl voor grassoorten
voor het koele seizoen (bentgras, blue grass, ryegras) een
normaal tot hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog
agressieve instelling wordt meer gras gemaaid doordat de
ronddraaiende messenkooi meer gras in het ondermes trekt.
Figuur 13
1. Afstandsstukken, achter
2. Montageflens van zijplaat
Afstandsstukken, achter
Het aantal afstandsstukken achter bepaalt de agressiviteit
van de maaistand van het maaidek. Bij een bepaalde
maaihoogte verhoogt de plaatsing van extra afstandsstukken
onder de montageflens van de zijplaat de agressiviteit van
het maaidek. U dient de maaistand van alle maaidekken op
een bepaalde machine dezelfde agressiviteit te geven (aantal
afstandsstukken achter, Toro onderdeelnr. 119-0626), want
als dit niet het geval is, kan dit een negatief effect op het
maairesultaat hebben
(Figuur
(Figuur
13).
3. Agressiviteit van
maaistand
13).
Kettingschakels
De plaats waar de hefarmketting vastzit, bepaalt de steekhoek
van de achterrol
(Figuur
1. Hefketting
2. U-beugel
Groomer
Dit is de aanbevolen maaihoogte als een groomer op het
maaidek is gemonteerd.
10
14).
Figuur 14
3. Onderste opening