E-4: ALARM, TE LAGE MENGVERHOUDING
Systeem met sequentiële dosering
De mengverhouding is lager dan de ingestelde tolerantie bij de vorige doseercyclus.
Systeem met dynamische dosering
De mengverhouding is lager den de ingestelde tolerantie voor een A naar B componentvolume.
Er is teveel beperking in het systeem.
Als het alarm tijdens de start optreedt, na het
doorspoelen, dan was het debiet waarschijnlijk te hoog.
Als het alarm optreedt als u al enige tijd aan het spuiten
bent, is de druk van de vloeistoftoevoer op beide
materialen mogelijk niet in balans.
Trage activering van de kleppen van componenten A of
B. Dit kan de oorzaak zijn:
•
De luchtdruk naar de ventielaandrijving is te laag.
•
Er is iets dat het magneetventiel of de leidingen
blokkeert en in de weg zit van de lucht voor de
aandrijving de van de klep.
•
Een doseerkraan is te ver dichtgedraaid.
•
De vloeistofdruk is hoog en de luchtdruk is laag.
313970L
Tabel 11. Alarm, foutopsporing
Oorzaak
Oplossing
•
Controleer of het systeem volledig geladen is met
materiaal.
•
Controleer of het cyclusbereik van de toevoerpomp
goed is ingesteld.
•
Controleer of de spuittip/-tuitje de correcte grootte
heeft voor de stroom en de toepassing, en dat het
niet verstopt zit.
•
Controleer of de vloeistofregelaar goed ingesteld is.
Beperk de beweging van de pistoolnaald om de eerste
vloeistofafgifte in te perken tot de vloeistofslangen
volledig zijn gevuld met materiaal.
Stel de druk van de regelaars van de vloeistoftoevoer
naar componenten A en B zo in dat ze ongeveer gelijk
zijn. Als de druk al ongeveer gelijk is, controleer dan of
de doseerventielen voor component A en B goed
functioneren.
Bedien de magneetkleppen van doseerventielen A en B
handmatig, zoals staat aangegeven in de ProMix
2KS-herstel-/onderdelenhandleiding om te kijken of ze
goed werken.
•
Verhoog de luchtdruk. De luchtdruk moet tussen
75-120 psi (0,52-0,84 MPa, 5,2-8,4 bar) bedragen,
120 psi (0,84 MPa, 8,4 bar) is aanbevolen.
•
Er kan vuil of vocht in de luchttoevoer zitten.
Zorg voor geschikte filtratie.
•
Zie Tabel 7: Afstellingen mengverdelerventielen
op pagina 55 voor aanpassingsrichtlijnen.
•
Stel de luchtdruk en de vloeistofdruk in. Zie de
aanbevolen luchtdruk hierboven.
Alarm, foutopsporing
85