Woordenlijst van de gebruikte terminologie
Woordenlijst van de gebruikte terminologie
Advanced Web Interface (AWI) - met deze
geavanceerde webinterface voor de ProMix is het
mogelijk op afstand back-ups te maken en die terug te
zetten, te configureren, te loggen en de software bij te
werken.
Afkoelingsperiode doseerventiel - De tijd na een
wijziging van een doseerventiel, waarin het
debietleerproces geblokkeerd blijft. Het systeem kan
intern een tijd gebruiken die korter is dan gebaseerd op
de stabiliteit van de pulsstroom van de debietmeter.
Afkoelingsperiode na wijziging instelpunt - De tijd na
een wijziging van het instelpunt, waarin het leerproces
geblokkeerd blijft, zodat het debiet zich kan stabiliseren.
Afkoelingsperiode pistooltrekker - De tijd na het
inknijpen van de pistooltrekker, waarin het leerproces
geblokkeerd blijft, zodat het debiet zich kan stabiliseren.
Afvoer kleur/katalysator - de tijd die nodig is om de
leidingen tussen de kleur- of katalysatorwisselaar en
de mengverdeler te spoelen tijdens een kleur- of
katalysatorwissel.
Alarm doorspuitvolume - Alarm E11 doet zich voor
als het minimale spoelvolume niet wordt bereikt.
Analoog – betreft of is een hulpapparaat waarin de
gegevens worden weergegeven als continu variabele,
meetbare fysieke hoeveelheden, zoals lengte, breedte,
spanning of druk.
Analoog signaal voor debiet - het type
communicatiesignaal dat kan worden gebruikt op
de ProControl-module.
B doorspuiten na stoot - optioneel 2 seconden
B-oplosmiddel open na de stoot. Dit dient om het
stootmateriaal en het materiaal van de eindspoeling
gescheiden te houden, zodat geen ongewenste mening
optreedt.
Basis webinterface (BWI) - met deze webinterface voor
de ProMix is het mogelijk op afstand back-ups te maken
en die terug te zetten, te loggen en de software bij te
werken.
Bootloader - Hulpprogramma voor het opstarten en
herprogrammeren van de ProMix-toepassingssoftware.
Bron eerste spoeling- bron van het medium voor de
eerste keer doorspuiten. Door de gebruiker in te stellen
op luchtdoorspuitklep, oplosmiddeldoorspuitklep of 3E
doorspuitklep
12
Bron eindspoeling- bron van het medium dat wordt
gebruikt bij het doorspuiten aan het eind. Door de
gebruiker in te stellen voor de luchtdoorspuitklep, de
oplosmiddeldoorspuitklep of de 3E doorspuitklep.
Controle op spoelvolume - het systeem bewaakt
het spoelvolume. Alarm E-11 doet zich voor wanneer
het minimumvolume niet wordt bereikt. Het minimale
spoelvolume kan door de gebruiker worden ingesteld
(0-999 cc).
Coriolismeter – een niet-verstorende debietmeter die
vaak wordt gebruikt in toepassingen met een laag debiet
of met een lichte viscositeit, afschuifgevoelig, of
materialen die door een zuur worden gekatalyseerd.
Deze meter gebruikt vibraties om de stroming te meten.
De stootduur geeft de totale lengte van de sequentie
van stoten tijdens het doorspuiten aan. Door de gebruiker
in te stellen tussen 0 en 999 seconden.
Debietinstelpunt - vooringestelde streefwaarde voor
de stroomsnelheid.
Debietregeling binnen gesloten circuit - verwijst
naar het proces waarbij het debiet automatisch wordt
aangepast om een constante stroom te handhaven.
Debiettolerantie - instelbaar percentage aanvaardbare
afwijking voordat een debietwaarschuwing optreedt.
Derde spoelventiel – betreft het gebruik van drie
spoelventielen die worden gebruikt om bepaalde
materialen op waterbasis te spoelen. De ventielen
worden gebruikt om te spoelen met water, lucht en
oplosmiddel.
Digitale ingang en uitgang - een beschrijving van data die
worden verzonden als een sequentie van discrete
symbolen; dit zijn meestal binaire data die worden
weergegeven met behulp van elektronische of
elektromagnetische signalen.
Discrete I/O – betreft data die een afzonderlijke eenheid
vormen en rechtstreeks communiceren met een andere
besturingsfunctie.
Doorspoelen – wanneer al het gemengde materiaal uit
het systeem wordt gespoeld.
Doorspoeltijd – de hoeveelheid tijd die nodig is om al
het gemengde materiaal uit het systeem te spoelen.
Doseertijdalarm – de hoeveelheid tijd die toegestaan is
voor de afgifte van een dosering voor er een alarm
optreedt. Meer dan 30 pulsen van de debietmeter of het
actieve doseerventiel zijn nodig terwijl de pistooltrekker is
ingeknepen om het alarm te voorkomen.
313970L