Systeembediening
Systeembediening
Bedrijsmodi
Menging
Het systeem mengt en doseert materiaal.
Stand-by
Stopt het systeem.
Doorspoelen
Spoelt het systeem door met lucht en oplosmiddel.
Sequentiële dosering
Componenten A en B sproeien de nodige volumes
sequentieel om de mengverhouding te verkrijgen.
Dynamische dosering
Bij typische operaties (verhouding 1:1 en daarboven)
sproeit component A voortdurend. Component B sproeit
het nodige volume intermitterend om de correcte
mengverhouding te verkrijgen.
Recept (kleur)-wissel
Het proces wanneer het systeem automatisch de oude
kleur wegspoelt en de nieuwe kleur laadt.
Oplosmiddel-push
Met de functie oplosmiddel-push kan de gebruiker iets
besparen op het gemengde materiaal door het met
oplosmiddel uit het pistool te duwen. Voor deze functie is
een extra oplosmiddelmeter nodig. Zie pagina 65 voor
volledige informatie.
Mengsel-push
Met de functie Mengsel-push is te voorkomen dat
materiaal te lang blijft zitten en zo de houdbaarheid
overschrijdt, door nieuw gemengd materiaal door
de pistoolspoelkast te laten stromen. Zie pagina 66
voor volledige informatie.
48
Algemene werkcyclus,
sequentiële dosering
1. De sproeipistooloperator geeft het gewenst recept in
en laadt hem. De led voor kleurwissel knippert terwijl
het recept laadt en blijft branden wanneer het laden
is voltooid.
2. De operator drukt op de mengknop
om het werk te starten.
3. De ProMix 2KS-controller stuurt signalen om de
magneetventielen te activeren. De magneetventielen
activeren doseerkranen A en B. De vloeistofstroom
begint als de trekker van het pistool wordt ingedrukt.
4. Componenten A en B worden een per een als volgt in
de vloeistofintegrator (FI) gebracht.
a. Doseerventiel A (DVA) gaat open en de vloeistof
stroomt in de integrator.
b. Debietmeter A (MA) meet en bewaakt de
gedoseerde hoeveelheid vloeistof en stuurt
elektrische pulsen naar de ProMix
2KS-controller. De controller bewaakt deze
pulsen en signalen.
c. Wanneer het doelvolume is gedoseerd,
sluit u doseerkraan A.
OPMERKING: Het doseervolume van component A
en B is gebaseerd op de mengverhouding en de
dosering die door de gebruiker is ingesteld en wordt
berekend door de ProMix 2KS-controller.
d. Doseerventiel B (DVB) gaat open en er stroomt
vloeistof in de integrator; deze wordt
proportioneel aangepast aan component A.
e. Stroommeter B (MB) meet en bewaakt de
gedoseerde hoeveelheid vloeistof en stuurt
elektrische pulsen naar de ProMix
2KS-controller.
f.
Wanneer het doelvolume is gedoseerd,
sluit u doseerkraan B.
313970L