De eigenaar/gebruiker mag de motor niet zodanig wijzigen dat het vermogen verandert of de emissieniveaus
de vastgelegde fabrieksspecificaties zullen overschrijden.
Inspectie- en onderhoudsschema
VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK
•
Controleer het motoroliepeil. Zie Brandstof en olie - Motorolie controleren en toevoegen.
•
Controleer of de dodemansschakelaar de motor uitschakelt.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel van de boot is gemonteerd. Als de
buitenboordmotor of het bevestigingsmateriaal ervan los zit, haalt u het bevestigingsmateriaal van de
buitenboordmotor aan tot 75 Nm (55 lb-ft).
•
Inspecteer het brandstofsysteem visueel op beschadigingen en lekkage.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel is gemonteerd.
•
Controleer het stuursysteem op stroef bewegende en losse onderdelen.
•
Controleer de aansluitingen en slangen van de hydraulische besturing visueel op beschadigingen en
lekkage. Controleer of de koppelstangbevestigers (bij meerdere buitenboordmotoren) goed zijn
aangehaald.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
NA ELK GEBRUIK
•
Spoel het koelsysteem van de buitenboordmotor uit als u de motor in zout of vervuild water heeft
gebruikt. Zie Koelsysteem doorspoelen.
•
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatdoorgang van de schroef en het onderwaterhuis door met
zoet water als u de motor in zout water hebt gebruikt.
OM DE 100 BEDRIJFSUREN OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET
EERSTE VOORDOET
•
Haal de bevestigingen van de buitenboordmotor aan de bootspiegel aan. Aanhalen tot 75 Nm
1.
(55 lb-ft).
•
Ververs de motorolie en vervang het oliefilter. De olie moet vaker worden ververst als de motor onder
moeilijke omstandigheden wordt gebruikt (zoals langdurig slepen). Zie Motorolie verversen.
•
Controleer de thermostaat visueel op corrosie en op een eventueel gebroken veer. Controleer of de
thermostaat bij kamertemperatuur volledig sluit.
•
Controleer het waterscheidend brandstoffilter van de motor op verontreinigingen. Reinig en/of vervang
het filter. Zie Brandstofsysteem.
•
Controleer de anti-corrosieanodes. Controleer vaker bij gebruik in zout water. Zie Anti-corrosieanode.
•
Tap de tandwielolie af en ververs deze. Zie Onderwaterhuis smeren.
•
Controleer de trimbekrachtigingsvloeistof. Zie Trimbekrachtigingsvloeistof controleren.
•
Controleer het peil van de stuurbekrachtigingsvloeistof (indien aanwezig). Zie
Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren.
•
Inspecteer de accu. Zie Accu inspecteren.
•
Gebruik in zout water: Verwijder de bougies, controleer ze op corrosie en vervang ze zo nodig. Breng
voor de installatie alleen een dun laagje Anti-Seize Compound (antivastloopmiddel) aan op de
schroefdraad van de bougies. Zie Bougies inspecteren en vervangen.
1.
Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.
ONDERHOUD
1.
76
nld