+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com/en/specialist-dealers. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ..........................3 2 Voor uw veiligheid ......................... 6 Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie ............. 6 Verklaring van symbolen ....................... 7 Veiligheidsvoorschriften ......................8 Transport en installatie ......................11 3 Gebruik overeenkomstig de bestemming .................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie 5.4.13 MIG/MAG speciale toorts..................55 5.4.13.1 Programma- en Up-/Down-modus ............55 5.4.13.2 Omschakeling tussen push/pull en tussenaandrijving ......56 TIG-lassen ..........................56 5.5.1 Selecteren ......................56 5.5.2 Lasstroom instellen ....................56 5.5.3 Ontsteking vlamboog ....................
Pagina 5
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie 5.11.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters ............75 5.11.2 Compensatie leidingsweerstand ................77 5.12 Energiebesparingsmodus (Standby) ................... 78 6 Onderhoud, verzorging en afvalverwerking ................79 Algemeen ..........................79 Afvalverwerking van het apparaat ..................80 7 Verhelpen van storingen ......................
Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij niet-naleving van de veiligheidsaanwijzingen! Het niet in acht nemen van de veiligheidsaanwijzingen kan levensgevaarlijk zijn! • Lees zorgvuldig de veiligheidsaanwijzingen van deze handleiding! • Volg de voorschriften van ongevallenpreventie en de landelijke voorschriften! •...
Pagina 9
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Letselgevaar door ongeschikte kleding! Straling, hitte en elektrische spanning zijn onvermijdelijke bronnen van gevaar bij vlam- booglassen. De gebruiker moet alle verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruiken. De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten de gebruiker tegen de volgende gevaren beschermen: •...
Pagina 10
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG Rook en gassen! Rook en gassen kunnen leiden tot ademnood en vergiftigingen! Bovendien kunnen dampen van oplosmiddelen (gechloreerde koolwaterstof) zich door de ultraviolette stra- ling van de vlamboog in giftig fosgeen omzetten! • Zorg voor voldoende frisse lucht! •...
Voor uw veiligheid Transport en installatie VOORZICHTIG Plichten van de eigenaar! Het gebruik van het apparaat veronderstelt de naleving van alle landelijke richtlijnen en wetten! • De nationale implementatie van de kaderrichtlijn (89/391/EEG) over de uitvoering van maatregelen ter verbetering van de veiligheid en gezondheidsbescherming van werkne- mers en bijbehorende individuele richtlijnen.
Pagina 12
Voor uw veiligheid Transport en installatie VOORZICHTIG Gevaar voor ongevallen door voorzieningsleidingen! Tijdens het transport kunnen niet-geïsoleerde voedingskabels (netkabels, stuurstroom- kabels enz.) gevaren veroorzaken, zoals bijv. het kantelen van aangesloten apparaten en personen verwonden! • Koppel alle voorzieningsleidingen los alvorens het transport uit te voeren! Kantelgevaar! Tijdens het verplaatsen en opstellen kan het apparaat kantelen, personen verwonden of beschadigd raken.
Gebruik overeenkomstig de bestemming Gebruik en bediening uitsluitend met de volgende apparatuur Gebruik overeenkomstig de bestemming WAARSCHUWING Gevaren door onbedoeld gebruik! Dit apparaat is gefabriceerd overeenkomstig de huidige stand van de techniek en nor- men voor industrieel gebruik. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor de op het typep- laatje aangegeven lasprocessen.
Gebruik overeenkomstig de bestemming Onderdeel van de complete documentatie Onderdeel van de complete documentatie Dit document is een onderdeel van de complete documentatie en is uitsluitend geldig in combinatie- met de complete documentatie! Lees en volg de gebruikshandleidingen van alle systeemcomponenten, vooral de veiligheidsaanwijzingen! De afbeelding toont het algemeen voorbeeld van een lassysteem.
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen De beschrijving van de apparaatbesturing is onderverdeeld in drie delen (A, B, C) ten behoeve van de overzichtelijkheid. De instelbereiken van parameterwaarden zijn samengevat in het hoofdstuk Parameteroverzicht > zie hoofdstuk 8.2. Afbeelding 4-1 Pos.
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen 4.1.1 Besturingsdeel A Afbeelding 4-2 Pos. Symbool Beschrijving Drukknop lasopdracht (JOB) • ---------- Korte knopdruk: Snelle omschakeling van de beschikbare lasmethoden in de geselecteerde basisparameters (materiaal/draad/gas). • ---------- Lange knopdruk: De lasopdracht (JOB) aan de hand van de lasopdrachten- lijst (JOB-LIST) kiezen >...
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Pos. Symbool Beschrijving Signaallampje eindprogramma End --------- Draadsnelheid (procent van het hoofdprogramma P Correctie van de vlambooglengte -------- --------- Eindstroomtijd "t10" Start- en eindprogramma zijn uitsluitend in de bedrijfsmodi 2- en 4-takt-speciaal actief. Signaallampje gasnastroomtijd Toets Selecteren lasparameters Met deze toets worden de lasparameters ingesteld in functie van de toegepaste lasmethode en de bedrijfsmodus.
Pagina 19
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Pos. Symbool Beschrijving Controlelampje lasprogramma > zie hoofdstuk 5.4.5 Weergave van het actuele programmanummer in de lasgegevensweergave. Signaallampje correctiespanning vlambooglengte Weergave van de correctiespanning vlambooglengte in volt. Signaallampje lasvermogen Weergave van het lasvermogen in kilowatt. Signaallampje elektronische gasdebietregelingOW DGC >...
Besturing - bedieningselementen Lasgegevens-display Lasgegevens-display Links en rechts naast de parameterweergaven bevinden zich de drukknoppen voor de parameterselectie. Ze dienen voor de selectie van weer te geven lasparameters en de waarden ervan. Elke druk op een toets laat het display een parameter verder springen (signaallampjes geven de selectie weer).
Besturing - bedieningselementen Bediening van de apparaatbesturing Bediening van de apparaatbesturing 4.3.1 Hoofdweergave Na het inschakelen van het apparaat of beëindigen van een instelling schakelt de apparaatbesturing om naar de hoofdweergave. Dit betekent dat eerder geselecteerde instellingen worden overgenomen (door signaallampjes worden weergegeven) en de instelwaarde van stroomsterkte (A) in het linker lasgege- vensdisplay wordt weergegeven.
Besturing - bedieningselementen Bediening van de apparaatbesturing 4.3.4 Uitgebreide lasparameters instellen (expertmenu) In het expertmenu zijn functies en parameters ingesteld die niet rechtstreeks op de apparaatbesturing kunnen worden ingesteld of waarvan regelmatige instelling niet noodzakelijk is. Aantal en weergave van deze parameters zijn afhankelijk van het eerder geselecteerde lasproces of de geselecteerde functie.
Beschrijving van de werking Instelling beschermgashoeveelheid Beschrijving van de werking Instelling beschermgashoeveelheid Zowel een te lage als een te hoge instelling van beschermgas kan lucht naar het lasbad leiden en hier- mee poriën vormen. Pas de hoeveelheid beschermgas aan de desbetreffende lasopdracht aan! •...
Beschrijving van de werking Draad invoeren 5.1.2 Slangpakket spoelen 300s Afbeelding 5-2 Draad invoeren De functie “invoeren van draad” dient voor het spanningsloos en beschermgasvrij invoeren van de draad- elektrode na het vervangen van de draadspoel. Door het lang indrukken en ingedrukt houden van de drukknop “invoeren van draad”, wordt de draadinvoersnelheid verhoogd in een slope-functie (speciale parameter P1 >...
Beschrijving van de werking Draad terugtrekken Draad terugtrekken De functie “draad terugtrekken” dient voor het spanningsloos en beschermgasvrij terugtrekken van de draadelektrode. Door het gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden van de drukknoppen “invoeren van draad” en gastest, wordt de draadterugtreksnelheid verhoogd in een slope-functie (speciale parameter P1 >...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen MIG/MAG-lassen 5.4.1 Selecteren Voor de lasopdrachtselectie moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: • Basisparameters (materiaalsoort, draaddiameter en beschermgas) en lasmethode kiezen (JOB- nummer aan de hand van JOB-List > zie hoofdstuk 8.1 selecteren en invoeren). •...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.2.1 Lasmethode Na het instellen van de basisparameters kan tussen de lasmethoden MIG/MAG, forceArc, wiredArc, rootArc und coldArc worden omgeschakeld (indien daarvoor een overeenkomstige combinatie van de basisparameters aanwezig is). Door de methodewisseling wordt ook het JOB-nummer gewijzigd, de ba- sisparameters blijven echter onveranderd opgeslagen.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.2.3 Soort lassen Met lasmethode worden de verschillende MIG/MAG-processen samengevat aangeduid. Standard (Lassen met standaardvlamboog) Afhankelijk van de ingestelde combinatie van draadtoevoersnelheid en de vlamboogspanning kunnen hier de vlamboogsoorten kortsluitboog, mengbooggebied of sproeivlamboog voor het lassen worden ge- bruikt.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.3 Lasvermogen (arbeidspunt) Het lasvermogen wordt volgens het principe van de éénknopsbediening ingesteld. De gebruiker kan zijn arbeidspunt naar keuze als draadsnelheid, lasstroom of materiaaldikte instellen. De bij dit arbeidspunt optimale lasspanning wordt door het lasapparaat berekend en ingesteld. Indien nodig kan de gebruiker deze lasspanning corrigeren >...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.3.2 Vlambooglengte Desgewenst kan de vlambooglengte (lasspanning) met +/- 9,9 V aan de individuele lasopdracht worden aangepast. Afbeelding 5-10 5.4.3.3 Vlamboogdynamiek (smoorspoelwerking) Met deze functie kan de vlamboog van een smalle, harde vlamboog met diepte inbranding (positieve waarde) aan een brede en zachte vlamboog (negatieve waarde) worden aangepast.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.3.4 superPuls Bij superPuls wordt tussen hoofdprogramma (PA) en gereduceerd hoofdprogramma (PB) heen en weer geschakeld. Deze functie wordt bijv. voor dunne platen gebruikt om de warmte-inbreng gericht te reduce- ren of in geforceerde posities zonder pendelen te lassen. Het lasvermogen kan zowel als gemiddelde waarde (af fabriek) als door programma A worden weergege- ven.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.4 Expertmenu MIG/MAG In het expertmenu vindt u instelbare parameters die niet regelmatig moeten worden ingesteld. Het aantal weergegeven parameters kan bijvoorbeeld door een gedeactiveerde functie worden beperkt. Afbeelding 5-14 Display Instelling / selecteren Draadterugbrandtijd > zie hoofdstuk 5.4.4.1 •...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen Display Instelling / selecteren Wisseling van lasmethode (procesomschakeling) Bij geactiveerde functie wordt tussen standaardvlambooglassen en pulsvlambooglassen geschakeld . De omschakeling wordt uitgevoerd door het indrukken van de toortsknop (4-takt-speciaal) of door de geactiveerde Superpuls-functie (omschakeling tussen pro- gramma's P en P ------- functie ingeschakeld.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.4.2 Programmabegrenzing Met de JOB-afhankelijke programmabegrenzing kan in de geselecteerde job het aantal selecteerbare programma's op 2 tot 9 worden begrensd. Deze instellingsmogelijkheid kan voor elke job individueel wor- den uitgevoerd. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om een "algemene programmabegrenzing" in te stellen.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.5.1 Selecteren en instelling Afbeelding 5-15 De gebruiker kan met de volgende componenten de lasparameters van het hoofdprogramma wijzigen. 099-00HPXQ-EW505 24.01.2024...
Pagina 37
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen M3.7 – I/J Besturing draadaanvoerappa- P1-15 raat PC 300.NET Software P1-15 MT Up-/Down Lastoorts P1-9 MT 2 Up-/Down Lastoorts P1-15 MT PC 1 Lastoorts P1-15 MT PC 2 Lastoorts P1-15 PM 2 Up-/Down Lastoorts P1-15 PM RD 2 Lastoorts P1-15...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen Voorbeeld 2: verschillende posities bij een werkstuk lassen (4-takt) Afbeelding 5-17 Voorbeeld 3: aluminium-lassen van verschillende plaatdikten (2- of 4-takt speciaal) Afbeelding 5-18 Er kunnen maximaal 16 programma's (P tot P ) worden ingesteld. Voor elk programma kan een werkpunt (draadsnelheid, correctie van de vlambooglengte, dynamiek/smoorspoelwerking) worden ingesteld.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.7 Bedrijfsmodi (functieverlopen) Lasparameters zoals bijv. gasvoorstromen, terugbranden, etc. zijn voor een groot aantal toepassingen optimaal vooraf ingesteld (kunnen echter zonodig worden aangepast). 5.4.7.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen...
Pagina 41
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-22 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Pagina 42
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 2-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 5-23 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
Pagina 43
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal Afbeelding 5-24 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START start...
Pagina 44
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen Puntlassen Afbeelding 5-25 De starttijd t moet bij de punttijd t worden opgeteld. start 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen) • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P , de puntlastijd begint) START...
Pagina 45
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal met superpuls Afbeelding 5-26 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
Pagina 46
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-27 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Pagina 47
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 5-28 1e fase: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
Pagina 48
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt-modus met wisselende lasmethode (procesomschakeling) Om de functie te activeren of in te stellen, > zie hoofdstuk 5.4.4. Afbeelding 5-29 1e takt: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". •...
Pagina 49
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 5-30 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P START 2e fase •...
Pagina 50
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt-speciaal met wisselende lasmethode door kort indrukken (procesomschakeling) Om de functie te activeren of in te stellen, > zie hoofdstuk 5.4.4. Afbeelding 5-31 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). •...
Pagina 51
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt-speciaal met wisselende lasmethode (procesomschakeling) Om de functie te activeren of in te stellen, > zie hoofdstuk 5.4.4. Afbeelding 5-32 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". •...
Pagina 52
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt speciaal met superpuls Afbeelding 5-33 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.8 forceArc / forceArc puls Warmtereducerende, richtingsstabiele, drukkrachtige vlamboog met diepe inbranding voor het bovenste vermogensbereik. Afbeelding 5-34 • Kleinere naadopeningshoek door diepe inbranding en richtingsstabiele vlamboog • Uitstekende grondlasnaad- en flanklasnaaddekking • Veilig lassen, ook met zeer lange draadeinden (stickout) •...
(smeltbad) af en wordt de inbranding kleiner. Afbeelding 5-35 Bij een EWM wiredArc-vlamboog met draadregeling varieert de lasstroom (AMP) bij veranderingen van de stickouts slechts weinig. De compensatie van de lasstroom vindt door een actieve regeling van de draadsnelheid (DG) plaats.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.11 coldArc / coldArc puls Warmtereducerende, spatarme korte vlamboog voor kromtrekkingsarm lassen en solderen van dunne platen met uitstekende overbrugging van lasvoegen. Afbeelding 5-38 Na het selecteren van het coldArc-lasproces > zie hoofdstuk 5.4.1 beschikt u over de volgende eigen- schappen: •...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.4.13.2 Omschakeling tussen push/pull en tussenaandrijving WAARSCHUWING Voer geen verkeerde reparaties en modificaties uit! Om verwondingen en materiële schade te vermijden, mag het apparaat enkel door be- voegde personen (geautoriseerd servicepersoneel) gerepareerd resp. gemodificeerd worden! Bij onbevoegde ingrepen vervalt de garantie! •...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.5.3 Ontsteking vlamboog 5.5.3.1 Liftarc Afbeelding 5-42 De boog wordt door contact met het werkstuk gestart. a) Plaats de gaskop van de toorts en de punt van de Wolfram-elektrode voorzichtig op het werkstuk en druk de toortsknop in (liftarc-stroom vloeit, onafhankelijk van de ingestelde hoofdstroom), b) Kantel de toorts via de gaskop van de toorts tot er zich tussen de elektrodepunt en het werkstuk een afstand van ca.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.5.4 Bedrijfsmodi (functieverlopen) 5.5.4.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen Gasvoorstromen Gasnastromen 2-takt 2-takt speciaal 4-takt 4-takt speciaal Tijd Startprogramma START...
Pagina 59
Beschrijving van de werking TIG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-43 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 2-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
Pagina 60
Beschrijving van de werking TIG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-45 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
Pagina 61
Beschrijving van de werking TIG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 5-46 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling in het startprogramma “P “.
Beschrijving van de werking Elektrodelassen 5.6.4 Hotstart Voor het veilig ontsteken van de vlamboog en een toereikende verhitting op het nog koude basismateriaal aan het begin van het lassen zorgt de functie hotstart. Het ontsteken vindt daarbij na een bepaalde tijd (hotstarttijd) plaats met verhoogde stroomsterkte (hotstartstroom).
Beschrijving van de werking Opties (aanvullende componenten) Opties (aanvullende componenten) Geldt niet voor draadaanvoerapparaten van de serie Drive XQ IC 200 . 5.7.1 Elektronische gasdebietregeling (OW DGC) De aangesloten gasleiding moet een voordruk van 3 tot 5 bar hebben. De elektronische gasdebietregeling (DGC) regelt de optimale gasdoorstroomhoeveelheid van het desbe- treffende lasproces (af fabriek optimaal aangegeven).
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Display Instelling / selecteren Elektronische gasdebietregeling, type 1 = ------- type A (af fabriek) 0 = ------- type B Programma-instelling voor relatieve programma's 0 = ------- relatieve programma's zijn gezamenlijk instelbaar (af fabriek). 1 = ------- relatieve programma's zijn afzonderlijk instelbaar.
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.10.3.3 Weergavemodus Up/down-lastoorts met enkel 7-segmentendisplay (P3) Nomale weergave: • Programmabedrijf: Programmanummer • Up/down-bedrijfsmodus: lasvermogen (0=minimumstroom/9=maximumstroom) Afwisselende weergave: • Programmabedrijf: programmanummer en lasmethode (P=impuls/n=niet impuls) wisselen • Up/down-bedrijfsmodus: lasvermogen (0=minimumstroom/9=maximumstroom) en symbool voor Up/down-bedrijfsmodus wisselen 5.10.3.4 Programmabegrenzing (P4) Met de speciale parameter P4 kan de selectie van programma's worden begrensd.
Pagina 69
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Voorbeeld voor het arbeidspunt in correctiebedrijf: De draadsnelheid in een programma (1 tot 15) wordt op 10,0 m/min ingesteld. Dat komt overeen met een lasspanning (U) van bijv. 21,9 V. Zet men nu de sleutelschakelaar op de positie dan kan men in dit pro- gramma uitsluitend met deze waarden lassen.
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.10.3.7 Programmaomschakeling met standaard toortstoorts (P8) Speciale 4-takt (4-takt-absoluut-programmaverloop) • Takt 1: Absoluut-programma 1 wordt gestart • Takt 2: Absoluut-programma 2 wordt na afloop van "tstart" gestart. • Takt 3: Absoluut-programma 3 wordt gestart totdat de tijd "t3" verlopen is. Aansluitend wordt automa- tisch naar het absoluut-programma 4 overgeschakeld.
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Het aantal programma’s (P ) is gelijk aan het onder n-takt vastgelegd taktaantal. 1ste takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen) • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". •...
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.10.3.11 JOB-lijsten omschakeling (P12) Waarde Benaming Verklaring Opdrachtgeoriën- JOB-nummers zijn volgens lasdraden en beschermgassen gerang- teerde schikt. Bij de selectie worden event. JOB-nummers overgeslagen. JOB-lijst Reële JOB-lijst JOB-nummers komen overeen met de werkelijke geheugencellen. Iedere JOB is selecteerbaar, er worden geen geheugenplaatsen overgeslagen bij de selectie.
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.10.3.14 Block-JOB-bedrijfsmodus (P16) De volgende accessoirecomponenten ondersteunen de block-JOB-bedrijfsmodus: • Up/down-lastoorts met enkel 7-segmentendisplay (twee knoppen) In JOB 0 is altijd programma 0 actief, in alle overige JOB's programma 1 In deze bedrijfsmodus kan men met de accessoires tot 30 JOB’s (lasopdrachten) opvragen, verdeeld in drie blokken.
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.10.3.16 Weergave gemiddelde waarde bij superPuls (P19) Functie actief (P19 = 1) • Bij superPuls wordt de gemiddelde waarde van het vermogen van A (P ) en programma B (P ) op het display weergegeven (af fabriek).
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur 5.10.3.26 Eenheidssysteem (P29) Functie niet actief • Worden metrische maateenheden weergegeven. Functie actief • Worden imperiaal maateenheden weergegeven. 5.10.3.27 Selectiemogelijkheid programmaverloop met draaiknop lastvermogen (P30) Functie niet actief • Draaiknop is vergrendeld, drukknop lasparameter voor het selecteren van de lasparameter gebruiken. Functie actief •...
Pagina 76
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Leidingsweerstand 2 Leidingsweerstand voor de tweede lasstroomkring 0 mΩ - 60 mΩ (8 mΩ af fabriek). Parameterwijzigingen mogen uitsluitend door vakkundig servicepersoneel worden uitgevoerd! Parameterwijzigingen mogen uitsluitend door vakkundig servicepersoneel worden uitgevoerd! Tijdsafhankelijke energiebesparingsfunctie >...
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur 5.11.2 Compensatie leidingsweerstand De weerstandswaarde van de leidingen kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij le- vering is de leidingsweerstand ingesteld op 8 mΩ. Deze waarde komt overeen met een 5 m massakabel, 1,5 m tussenslangpakket en 3 m watergekoelde lastoorts.
Beschrijving van de werking Energiebesparingsmodus (Standby) 1 Voorbereiding • Lasapparaat uitschakelen. • Gaskop losschroeven van de lastoorts. • Lasdraad aan de contacttip kort afknippen. • Lasdraad aan het draadaanvoerapparaat een stuk (ong. 50 mm) terugtrekken. Nu is er geen lasdraad aanwezig in de contacttip.
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen GEVAAR Gevaar voor verwonding door elektrische spanning na uitschakeling! Werkzaamheden aan een open apparaat kunnen tot dodelijke verwondingen leiden! Tijdens werking worden de condensatoren in het apparaat met elektrische spanning ge- laden.
Lampen, batterijen of accumulators moeten voor het afdanken van het apparaat verwijderd en geschei- den worden afgevoerd. Het type batterij of accu en de samenstelling is aangegeven aan de bovenkant (Type CR2032 of SR44). In de volgende EWM--producten kunnen batterijen of accumulators aanwezig zijn: •...
Verhelpen van storingen Softwareversie van de apparaatbesturing Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Pagina 82
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout 6: Te lage netspanning Categorie A Netspanning te laag. Controleer de netspanningen en vergelijk deze met de aansluitspanningen van de stroombron. Fout 7: Koelvloeistofgebrek Categorie B Lage doorstroomhoeveelheid. Koelmiddel bijvullen. Koelmiddeldoorstroming controleren - knikken in slangpakket oplossen.
Pagina 83
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout 16: Verzamelfout stroombron hulpvlamboog Categorie A Het externe nood-stop-circuit werd onderbroken. Nood-stop-circuit controleren en foutoorzaak oplossen. Het nood-stop-circuit van de stroombron werd geactiveerd (intern configureerbaar). Nood-stop-circuit weer deactiveren. Stroombron oververhit. Ingeschakeld apparaat laten afkoelen.
Pagina 84
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout 20: Koelvloeistofgebrek Categorie B Lage doorstroomhoeveelheid. Koelmiddel bijvullen. Koelmiddeldoorstroming controleren - knikken in slangpakket oplossen. Doorstroomas aanpassen Koeler reinigen. Pomp draait niet. Pompas aandraaien. Lucht in koelvloeistofcircuit. Koelvloeistofcircuit ontluchten.
Pagina 85
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout 26: Overtemperatuur hulpvlamboogmodule Categorie A Stroombron oververhit. Ingeschakeld apparaat laten afkoelen. Ventilator geblokkeerd, vervuild of defect. Ventilator controleren, reinigen of vervangen. Lucht in- of uitvoer geblokkeerd. Lucht in- en uitvoer controleren. ...
Pagina 86
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout 40: Fout in de elektronica Fout I>0 Service aanvragen. Fout 47: Draadloze verbinding (BT) Categorie B Verbindingsfout tussen het lasapparaat en de randapparatuur. Begeleidende documentatie over de gegevensinterface met vonkoverdracht in acht nemen. ...
Pagina 87
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout 56: Netfase-uitval Een fase van de netspanning is uitgevallen. Netaansluiting, netstekker en netbeveiliging controleren. Fout 57: Snelheidsfout slave Categorie B Storing draadaanvoerapparaat (slave-aandrijving). Verbindingen controleren (aansluitingen, leidingen). Continue overbelasting van de draadaandrijving (slave-aandrijving). Draadtoevoerkern niet in nauwe bochten leggen.
Verhelpen van storingen Waarschuwingsmeldingen Waarschuwingsmeldingen Een waarschuwingsmelding wordt afhankelijk van de weergavemogelijkheden van de apparaatweergave als volgt weergegeven: Weergavetype - apparaatbesturing Weergave Grafisch display twee 7-segment weergaven een 7-segment weergave De mogelijke oorzaak van de waarschuwing wordt aangegeven met het desbetreffende waarschuwings- nummer (zie tabel).
Pagina 89
Verhelpen van storingen Waarschuwingsmeldingen Waarschuwing Mogelijke oorzaak / oplossing 22 Overtemperatuur 3 gereserveerd 23 Overtemperatuur 4 gereserveerd 24 Koelmiddeldoorstroomwaar- Koelmiddeltoevoer controleren. schuwing Koelmiddelpeil controleren en eventueel bijvullen. Doorstroom- en schakeldrempels controleren. 25 Doorstroom 2 gereserveerd 26 Doorstroom 3 gereserveerd 27 Doorstroom 4 gereserveerd 28 Draadvoorraadwaarschuwing Controleer de draadtoevoer.
Verhelpen van storingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Alle opgeslagen klantspecifieke lasparameters worden door de werkinstellingen vervangen. 7.4.1 Individuele job resetten Afbeelding 7-1 7.4.2 Alle JOBs resetten De JOB's 1-128 + 170-256 worden teruggezet. De klantspecifieke JOB's 129-169 worden behouden. Afbeelding 7-2 099-00HPXQ-EW505 24.01.2024...