Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
■
maximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu
1.1 in plaats van de thermostaten te smoren.
Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.
■
Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
■
selecteert u een hogere waarde voor "stop verwar-
ming" in menu 4.9.2.
Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, se-
■
lecteert u "heating". Indien dit niet genoeg is, se-
lecteert u "addition".
Te lage instelwaarde op de automatische verwar-
■
mingsregeling.
Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de ver-
■
schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempe-
ratuur alleen laag is bij koud weer, moet de helling
van de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boven
toe worden bijgesteld.
Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
■
Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de
■
verwarming prioriteit moet krijgen.
"Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
■
Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
■
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-
■
veerde kamerverwarming.
Controleer alle externe schakelaars.
■
Circulatiepomp(en) (GP1 en/of GP2) gestopt.
■
Zie hoofdstuk "Starthulp voor de circulatiepomp"
■
op pagina 60.
Lucht in het afgiftesysteem.
■
Ontlucht het afgiftesysteem (zie pagina 33).
■
Gesloten kleppen (QM20), (QM32) naar het afgifte-
■
systeem.
Open de kleppen.
■
Hoge kamertemperatuur
Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-
■
mingsregeling.
Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de ver-
■
schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempe-
ratuur alleen hoog is bij koud weer, moet de helling
van de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar bene-
den toe worden afgesteld.
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-
■
veerde kamerverwarming.
Controleer alle externe schakelaars.
■
Ongelijkmatige ruimtetemperatuur.
Onjuist ingestelde stooklijn.
■
Pas de stooklijn aan in menu 1.9.1.
■
Te hoog ingestelde waarde voor "dT bij DOT"..
■
Open menu 5.1.14 (aanvinst. klim.systeem) en
■
verlaag de waarde van "dT bij DOT".
Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.
■
Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.
■
Lage systeemdruk
Niet genoeg water in het afgiftesysteem.
■
Vul het water in het afgiftesysteem bij (zie pagina
■
33).
NIBE™ F1145
Geringe of geen ventilatie
Dit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen van
toepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.
Filter (HQ10) geblokkeerd.
■
Reinig of vervang het filter.
■
De ventilatie is niet ingeregeld.
■
Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■
Afvoerluchtapparaat geblokkeerd of te veel ge-
■
smoord.
Controleer en reinig de afvoerluchtinstallaties.
■
Ventilatorsnelheid in verminderde modus.
■
Open menu 1.2 en selecteer "normaal".
■
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-
■
veerde ventilatorsnelheid.
Controleer alle externe schakelaars.
■
Hoge of ontregelde ventilatie
Dit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen van
toepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.
Filter geblokkeerd.
■
Reinig of vervang het filter.
■
De ventilatie is niet ingeregeld.
■
Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
■
Ventilatorsnelheid in gedwongen modus.
■
Open menu 1.2 en selecteer "normaal".
■
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti-
■
veerde ventilatorsnelheid.
Controleer alle externe schakelaars.
■
De compressor start niet
Er is geen verwarmingsvereiste.
■
De warmtepomp vraagt niet om verwarming of
■
warmtapwater.
Temperatuurvoorwaarden geactiveerd.
■
Wacht tot de temperatuurvoorwaarde is gereset.
■
Minimale tijd tussen compressorstarten is nog niet
■
bereikt.
Wacht 30 minuten en controleer of de compressor
■
is gestart.
Alarm geactiveerd.
■
Volg de instructies op het display.
■
Jankend geluid uit de radiatoren
Gesloten thermostaten in de kamers en onjuist inge-
■
stelde stooklijn.
■
Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
max. Stel de stooklijn af via menu 1.1 in plaats van
de thermostaten te smoren.
Snelheid circulatiepomp te hoog ingesteld.
■
■
Open menu 5.1.11 (pompsnelheid CV-systeem) en
verlaag de snelheid van de circulatiepomp.
Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.
■
Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.
■
Hoofdstuk 10 |
Storingen in comfort
67