"warmtapwater" houdt in dat de circulatiepomp van
het verwarmingssysteem in de warmtapwaterstand
staat.
"zwembad" (accessoire vereist) houdt in dat de circu-
latiepomp verwarmingssysteem in de zwembadverwar-
mingsstand staat.
"cooling" (accessoire vereist) houdt in dat de circulatie-
pomp verwarmingssysteem in de koelstand staat.
Als er koelaccessoires aanwezig zijn of als de warmte-
pomp een ingebouwde koelfunctie heeft, kunt u ook
de snelheid van de circulatiepomp van het verwarmings-
systeem tijdens respectievelijk actieve en passieve
koeling instellen (de circulatiepomp van het verwar-
mingssysteem draait dan in handmatige regeling).
Menu 5.1.12 - interne elektrische bijverw.
max aangesl. el. bijv.
Instelbereik: 7 / 9
Standaardwaarde: 7
max. elektrische bijv. inst.
Instelbereik: 0 - 9 kW
Fabrieksinstelling: 6 kW
zekeringgrootte
Instelbereik: 1 - 200 A
Fabrieksinstelling: 16 A
transformatieratio
Instelbereik: 300 - 3000
Fabrieksinstelling: 300
Hier stelt u het max. elektrische vermogen in van de
interne elektrische bijverwarming in de F1145 en de
zekeringgrootte voor de installatie.
Hier kunt u ook controleren welke stroomsensor op
welke inkomende fase van de woning is geïnstalleerd
(vraagt om de installatie van stroomsensoren, zie pagi-
na 27). Vink hiervoor "fasevolgorde ontdekken" aan
en druk op de OK-knop.
De resultaten van deze controles staan net onder me-
nu-optie "fasevolgorde ontdekken".
52
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
Menu 5.1.14 - aanvinst. klim.systeem
voorinstell
Instelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw.,
DOT °C
Standaardwaarde: radiator
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C
eigen inst.
Instelbereik dT bij DOT: 0,0 – 25,0
Fabrieksinstelling dT bij DOT: 10,0
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C
Hier wordt het type warmteverdeelsysteem waar de
circulatiepomp (GP1) van het verwarmingssysteem
naartoe werkt, ingesteld.
dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- en
retourtemperaturen bij de gemeten buitentempera-
tuur.
Menu 5.1.22 - heat pump testing
Voorzichtig!
Dit menu is bedoeld voor het testen van de
F1145 volgens verschillende standaarden.
Gebruik van dit menu voor andere doeleinden
kan ertoe leiden dat uw installatie niet correct
functioneert.
Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iedere
standaard.
Menu 5.2 - systeeminstellingen
Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor
de warmtepomp, bijv. master/slave-instellingen, aan-
sluitinstellingen en welke accessoires er zijn geïnstal-
leerd.
Menu 5.2.1 - master/slave-stand
Instelbereik: master, slave 1-8
Standaardwaarde: master
Stel de warmtepomp in als master- of slave-eenheid.
In systemen met één warmtepomp moet hij "master"
zijn.
LET OP!
In systemen met meerdere warmtepompen
moet iedere pomp een unieke naam hebben.
Dat wil zeggen dat slechts één warmtepomp
"master" kan zijn en slechts één bijvoorbeeld
"slave 5".
NIBE™ F1145