Download Print deze pagina

Nibe F1145 Handleiding Voor Installateur pagina 49

Verberg thumbnails Zie ook voor F1145:

Advertenties

Submenu's
Menu
SERVICE
heeft oranje tekst en is bedoeld voor
gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere sub-
menu's. U vindt de statusinformatie van het betreffen-
de menu op het display aan de rechterkant van de
menu´s.
bedrijfsinstellingen
Bedrijfsinstellingen voor de
warmtepomp.
systeeminstellingen
Systeeminstellingen voor de
warmtepomp, activeren van accessoires enz.
instellingen accessoire
schillende accessoires.
in-/uitgangen software
de in- en uitgangen op de ingangsprintplaat (AA3).
service fabriekinstelling
gen (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de
gebruiker) naar standaardwaarden.
geforceerde regeling
Gedwongen regeling van de
verschillende componenten in de warmtepomp.
startgids
Handmatige start van de startgids die de
eerste keer wordt gebruikt wanneer de warmtepomp
wordt gestart.
snelstart
Snelstarten van de compressor.
Voorzichtig!
Onjuiste instellingen in de servicemenu's kun-
nen schade aan de warmtepomp veroorzaken.
Menu 5.1 - bedrijfsinstellingen
Bedrijfsinstellingen voor de warmtepomp kunnen in
de submenu's worden doorgevoerd.
Menu 5.1.1 - warmwaterinstellingen
zuinig
Instelbereik starttemp. eco: 5 – 55 °C
Fabrieksinstelling starttemp. eco: 38 °C
Instelbereik stoptemp. eco: 5 – 60 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. eco: 48 °C
normaal
Instelbereik starttemp. normaal: 5 – 60 °C
Fabrieksinstelling starttemp. normaal: 41 °C
Instelbereik stoptemp. normaal: 5 – 65 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. normaal: 50 °C
luxe
Instelbereik starttemp. luxe: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling starttemp. luxe: 44 °C
Instelbereik stoptemp. luxe: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling stoptemp. luxe: 53 °C
NIBE™ F1145
Bedrijfsinstellingen voor ver-
Instellen van softwaregestuur-
Totale reset van alle instellin-
stoptemp. per. verhoging
Instelbereik: 55 – 70 °C
Fabrieksinstelling: 55 °C
stapverschil compressors
Instelbereik: 0,5 – 4,0 °C
Fabrieksinstelling: 1,0 °C
Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van het
warmtapwater voor de verschillende comfortopties in
menu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke
verhogingen in menu 2.9.1.
Als er meerdere compressoren beschikbaar zijn, stelt
u het verschil in tussen inschakeling-uitschakeling tij-
dens productie warmtapwater en vaste temperatuur-
instelling.
Menu 5.1.2 - max. aanvoertemp.
afgiftesysteem
Instelbereik: 5-70 °C
Standaardwaarde: 60 °C
Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor het
afgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaat-
systemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale
aanvoertemperaturen worden ingesteld voor ieder
systeem. Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden in-
gesteld op een hogere max. aanvoertemperatuur dan
klimaatsysteem 1.
LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaal
gesproken
max. aanvoertemp.
sen 35 en 45 °C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij de
leverancier van uw vloer.
Menu 5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.
max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Standaardwaarde: 10 °C
max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
Standaardwaarde: 7 °C
Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen
de berekende en de huidige aanvoertemperatuur tij-
dens de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max.
versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max.
versch. compressor
ingesteld tus-
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
49

Advertenties

loading