Menu 5.3.3 - extra klimaatsysteem
gebruik in verwarmingsstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: op
gebruik in koelstand
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
In menu 5.3.3 kunt u kiezen welk klimaatsysteem (2 -
8) u wilt instellen. In het volgende menu stelt u het
geselecteerde klimaatsysteem in.
Als de warmtepomp is aangesloten op meerdere afgif-
tesystemen, kan daarin condensatie optreden als zij
niet bedoeld zijn voor koeling.
Controleer, om condensatie te voorkomen, of "gebruik
in verwarmingsstand" is aangevinkt voor de afgiftesys-
temen die niet bedoeld zijn voor koeling. Dit betekent
dat de subshunts voor de extra afgiftesystemen sluiten
als de koeling geactiveerd is.
LET OP!
Deze insteloptie wordt alleen weergegeven
als "pass/act koeling 2-leiding" of "passieve
koeling 2-leiding" is geactiveerd in menu 5.2.
De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschil-
lende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen worden
ook hier ingesteld.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
NIBE™ F1145
Menu 5.3.4 - zonneverwarming
delta-T starten
Instelbereik: 1 - 40 °C
Standaardwaarde: 8 °C
delta-T stoppen
Instelbereik: 0 - 40 °C
Standaardwaarde: 4 °C
max. tanktemperatuur
Instelbereik: 5 - 110 °C
Standaardwaarde: 95 °C
max. zonnecollectortemp.
Instelbereik: 80 - 200 °C
Standaardwaarde: 125 °C
antivriestemperatuur
Instelbereik: -20 - +20 °C
Standaardwaarde: 2 °C
koeling zonnecollector start
Instelbereik: 80 - 200 °C
Standaardwaarde: 110 °C
passief opladen - inschakeltemperatuur
Instelbereik: 50 - 125 °C
Standaardwaarde: 110 °C
passief opladen - uitschakeltemperatuur
Instelbereik: 30 - 90 °C
Standaardwaarde: 50 °C
actief opladen - activeren dT
Instelbereik: 8 - 60 °C
Standaardwaarde: 40 °C
actief opladen - deactiveren dT
Instelbereik: 4 - 50 °C
Standaardwaarde: 20 °C
delta-T starten, delta-T stoppen: Hier kunt u het
temperatuurverschil tussen zonnepaneel en zonnetank
instellen, waarbij de circulatiepomp moet starten en
stoppen.
max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.:
Hier kunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler
c.q. zonnepaneel instellen waarbij de circulatiepomp
moet stoppen. Dit om bescherming te bieden tegen
te hoge temperaturen in de zonneboiler.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
55